N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Ronde van Vlaanderen Lotte Kopecky (27) is deze zondag een van de favorieten voor de Ronde van Vlaanderen. De Belgische kopvrouw van SD Worx kan inmiddels in alle grote eendagskoersen meedoen om de zege.
Het is een indrukwekkend gezicht als Lotte Kopecky (27) op woensdag 15 maart in haar eentje de met vuistgrote stenen bestrate Nokeredorpstraat opdraait. Niet alleen omdat ze de hele dag in de aanval heeft gereden in Nokere Koerse, op zes kilometer van de streep haar medevluchters heeft weten te lossen en nu met bijna een halve minuut voorsprong solo over de finish komt.
Het is ook bijzonder omdat velen in haar positie helemaal niet aan de wedstrijd waren begonnen. Kopecky heeft een paar dagen eerder gehoord dat haar broer Seppe op 29-jarige leeftijd is overleden. Daarom is er in de slotfase van de wedstrijd van vreugde of van juichen geen sprake bij de Belgische. Met haar hoofd gebogen, diep tussen haar schouders, rolt ze eenzaam over de streep.
Voor wie haar kent, was het geen verrassing dat Kopecky die dag toch van start ging. „Ik denk dat ze liever een koers ging rijden om haar zinnen te verzetten dan de hele dag thuis te zitten piekeren”, zegt Christel Herremans, die haar trainde als tiener. „Tegen mij zei ze dat de wedstrijd op haar programma stond, en ik denk dat ze zich daaraan wilde houden gezien hetgeen wat nog komt”, zegt Jolien D’Hoore, met wie Kopecky jarenlang koerste op de weg en wereldkampioen werd op de baan op het onderdeel koppelkoers. En haar ploegleider Anna van der Breggen bij SD Worx had het idee dat Kopecky júíst wilde fietsen. „Het is iets waarin ze haar ei kwijt kan en waarbij ze zich fijn voelt. En het gaat op dit moment natuurlijk ook supergoed.”
Lotte Kopecky is uitgegroeid tot een van de nieuwe gezichten van het vrouwenwielrennen. Ze won vorig jaar de Ronde van Vlaanderen, Strade Bianche en werd tweede bij het WK. Dit seizoen is ze opnieuw in topvorm, getuige haar resultaten: ze won de Omloop en Nokere Koerse en werd tweede in Strade Bianche. Het maakt Kopecky deze zondag een van de favorieten voor een zege in de Ronde van Vlaanderen, opnieuw.
Wielerclub Steeds Vooraan
Dat ze vorig jaar de grootste koers in het wielergekke België won, nota bene in de Belgische kampioenstrui is een droom die is uitgekomen voor Kopecky. Als haar broer Seppe gaat fietsen, wil zij dat ook en ze besluit als elfjarige te stoppen met voetballen en wordt lid van de Koninklijke Wielerclub Steeds Vooraan in Kontich, onder de rook van Antwerpen en vlakbij haar geboortedorp Rumst.
Het clubhuis van de wielerclub ligt pal naast de snelweg die Antwerpen met Brussel verbindt, en heeft veel weg van een betonnen kleedkamer voor de plaatselijke FC, waarvan de velden op hetzelfde terrein liggen. Voorzitter Gregorius Van Moer herinnert zich nog goed de eerste keer dat Kopecky hier op de fiets stapte, in 2006. Het was niet meteen een succes. „Ze was een schuchter, jong meisje en moest een beetje leren sturen. Maar ze was zeer gedreven om dat te leren.”
Kopecky pikt het sturen snel op. Als veertienjarige wordt ze Belgisch kampioen op de weg, op de baan en op de tijdrit. Jongens en meisjes koersen dan nog tegen elkaar, zegt Van Moer. „Dat heeft haar enorm geholpen. In haar ogen was ze ook nooit de winnaar bij de meisjes. Als ze achter een jongen was geëindigd, had ze niet gewonnen.”
Als Kopecky zestien is, tekent ze een profcontract bij Topsport Vlaanderen. Ze was volgens haar toenmalig trainster Herremans volledig op het fietsen gericht, waarmee ze zich onderscheidde van haar ploeggenoten. „Lotte was de enige die binnenkwam en zei: ‘Dit is mijn programma’. Ze wist precies wat ze wilde.”
In die tijd leert Kopecky ook de paar jaar oudere Jolien D’Hoore kennen. Ze steken allebei boven de andere Belgische rensters uit en komen elkaar regelmatig tegen op de nationale kampioenschappen. „Ze had in die tijd een hele grote motor. Pas later zou ze ook zo rap worden en kon ze heuveltjes opkomen.”
Bij haar volgende team, Lotto Soudal, groeit Kopecky uit tot een sprintster. Puck Moonen fietst in die tijd bij de ploeg. Kopecky was „met afstand” de beste en het speerpunt van de ploeg, zegt de Nederlandse renster. „Het verschil was zo groot, dat we haar vaak niet echt konden helpen. Maar ze had zoveel koersinstinct, dat ze onze hulp ook niet nodig had.”
Kopecky blijkt bijzonder goed korte klimmetjes te kunnen verteren. Als Anna van der Breggen, die dan nog actief is in het peloton, in 2021 in de finale van Strade Bianche vooraan zit, rijdt Kopecky haar op een gravelstrook ineens voorbij. „In die fase van de wedstrijd ken je normaal gesproken iedereen die er nog bijzit. Maar ik dacht: wie is dit?” Kopecky rijdt lek en wordt zeventiende. Een jaar later wint ze, in dienst van haar huidige ploeg SD Worx, de Italiaanse neoklassieker.
Mond opendoen
Kopecky kan inmiddels in alle grote eendagskoersen meedoen om de winst en is de kopvrouw van een van de beste ploegen van de wereld. Bij SD Worx is ze een geliefde renner, zegt de Nederlandse Lorena Wiebes. „Ze is een beetje op de achtergrond, maar als je haar beter leert kennen, is ze heel grappig.”
Wie Kopecky’s vertrouwen weet te winnen, kan op haar rekenen, zegt Herremans. Het is een eigenschap die ze heeft overgehouden aan vroeger. „Ze heeft bij ons vaak de sprint aan moeten trekken voor een ander. Daardoor kan ze nu veel respect opbrengen voor de rensters die voor haar rijden.”
Toch zou Kopecky nu en dan wel nog wat openermogen zijn, zegt Van den Breggen, tegenwoordig haar ploegleider. Dit jaar gaat het mis in Strade Bianche: Kopecky en haar ploeggenote Demi Vollering rijden samen op de finish af en sprinten voor de zege. Na afloop straalt de verbazing van hun gezichten af, ze wachten los van elkaar op de uitslag. Van der Breggen: „Lotte had daar gewoon kunnen zeggen: we gaan erom sprinten. Maar dat deed ze niet, dus Demi rekende erop dat ze mocht winnen. Ze had zoiets van: ‘Jij hebt deze koers al gewonnen en ik niet.’” Uiteindelijk blijkt Vollering gewonnen te hebben en de rensters staan daarna samen lachend op het podium.
Kopecky is een van de weinige buitenlandse rensters die van het contigent Nederlandse toppers kan winnen. Een goede zaak, zegt iedereen die je spreekt. „Natuurlijk juich ik voor de Nederlanders, maar België is een echt wielerland, en hoe meer landen goed zijn, hoe beter het voor het wielrennen is”, zegt Van der Breggen. De Belgische D’Hoore, momenteel ploegleider van het Belgische AG Insurance Soudal-Quick-Step, ziet dat de sport er aantrekkelijker door wordt. „De top is breder geworden en ik hoop dat er veel jonge meisjes in België naar Lotte kijken en denken: dat wil ik ook.”
Bij Steeds Vooraan is er sprake van een ‘Lotte-effect’, zegt voorzitter Van Moer. „We hebben verschillende meisjes die naar ons gekomen zijn, nadat ze Lotte hadden gevraagd waar ze konden gaan fietsen. In hun achterhoofd willen ze allemaal de nieuwe Lotte worden.”
En hoe goed kan Kopecky zelf nog worden? Met haar ontwikkeling van tijdrijder naar sprinter naar klassiekerspecialist, zou de volgende stap het serieuzere klimwerk kunnen zijn. Schuilt in haar een toekomstig Tourwinnaar? „Als ze het zou willen, zou ze het misschien kunnen”, zegt Van der Breggen. „Maar het is niet een kwaliteit die ze direct heeft.”
D’Hoore ziet Kopecky niet tranformeren tot een rondewinnaar. „Zo is ze niet. Haar hart ligt bij de klassiekers. Als je als Belg kan winnen in een koers als de Ronde van Vlaanderen, dan is dat onbeschrijflijk. Ik denk dat ze dat liever wil.”