Nu zou je denken dat ik na twaalf jaar columns schrijven al behoorlijk wat levenservaring zou hebben opgescharreld om jullie wekelijks mee te verlichten, toch? Dacht ik ook, maar vergeet het maar. Afgelopen zomer bleek ik namelijk een belangrijk hoofdstuk in het boek des levensch te missen, en dat is: in je eentje op vakantie gaan.
Had ik nog nooit gedaan, in mijn hele 54-jarige carrière als levenskunstenaar niet. Altijd met mijn familie, geliefden, dochter of vrienden, altijd een reisgenoot in de buurt. Als ik geen reisgenoot had, ging ik niet. Enorm zonde! Ik wou dat ik het veel eerder had ontdekt.
Want wat is het fantastisch – alleen op vakantie! En dan niet alleen voor singles, maar ook als je een man thuis hebt, of twee, of een vrouw of een minnaar, of gezin. Wat zeg ik? In je eentje op vakantie, minstens een week per jaar, vanaf je zestiende, zou van overheidswege verplicht moeten worden gesteld, en de kosten zouden aftrekbaar moeten zijn.
Want het is een zegen, voor de hele samenleving. Geen gezeik meer om iedereen op tijd in een museum, veerboot, of ingepakte auto te krijgen. Geen gesoebat meer over ‘waar gaan we heen’, of nog erger: ‘mij maakt het niet uit’. Lekker overdwars in het tweepersoonsbed. Niet meer: hoe zetten we die tent op, want in je uppie heb je dat zó gedaan!
Maar ook urenlang in een museum rondhangen zonder dat iemand aan je arm trekt. Eindelijk eens dat saaie boek lezen. Dagen in het zwembad liggen tot je schubben krijgt. En je kunt gewoon met je motor op vakantie zonder uitgelachen te worden, of nou ja, niet door je reisgenoten in ieder geval.
Ik snap in dat kader de groepsreis ook nooit. Dan heb je dus al dat gelazer, geërger en het eeuwige ‘afstemmen’, maar dan met onbekenden! Sowieso ‘alleen zijn’. Dat doen we toch veel te weinig? Er zit altijd wel iemand op je nek. Als Dick Schoof in zijn eentje in het Torentje zou zitten, kon hij misschien eens nadenken.
Tuurlijk, sommige mensen zijn weer te véél alleen, ik noem een Pieter Omtzigt. Maar verder knapt ieder mens er enorm van op om eens een paar dagen in isolatie te zitten – en hun omgeving al helemaal.
M’n vrienden vonden het maar gek. Of het niet ‘awkward’ is, alleen in een restaurant, of het niet zielig is voor de kinderen, of het niet saai is alleen. Jongens, niets van dat al. Sterker nog, alleen op vakantie is niet alleen voor jezelf heel fijn, je doet je gezin er ook een groot plezier mee. Het houdt de relatie gezond om ze af en toe achter te laten. Ook vanwege het moment dat je niet kan wachten tot je iedereen weer ziet.
Andersom is het voor de thuisblijvende partner ook heel goed de kinderen eens ongefilterd te inhaleren. En je eens te realiseren wat een takkenherrie ze veroorzaken als je die niet met je partner kan weglachen en relativeren.
En hoezo ‘awkward’ of saai, alleen in een restaurant? Je pakt gewoon je boek uit je tas en klaar ben je. Enorm genieten ook, om de met elkaar uitgeprate stellen te observeren zoals ze gapend op hun telefoon de ene na de andere Aperol wegtikken. Wat drinken stellen trouwens veel! Viel me ineens op, in m’n eentje. Toeval? Lijkt mij niet.
En dan nog de zelfontwikkeling die je doormaakt op een trip alleen. Daar kan geen dure coaching tegenop. Ik denk hier ook aan een Charles Darwin die zonder vrienden of familie naar de Galapagos eilanden ging en daar de evolutietheorie bedacht. Of nou ja, formeel was dat natuurlijk een groepsreis, hij ging met een hele vloot. Maar reken maar dat al die uren in z’n eentje over de reling staren zijn effect hebben gehad!
Ik ging zelf naar Texel. Ook een soort Galapagos, met allemaal interessante soorten (Duitsers). Een charmante, platte pannenkoek waarop je kan doorrijden tot je er vanaf valt, of een strandtent tegenkomt – beide niet erg. Ik voelde me als een Darwin, zeker. Maar ook als een Newton, die onder z’n eigen appelboom de zwaartekracht ontdekte. Als een Archimedes in z’n bad.
Ik gun het iedereen: in je eentje de wereld trotseren. Om de vrijheid, het avontuur, de loutering. Je hoort wel eens: ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder’, nou. Ik dacht het niet.