Huisartsen niet blij dat ze er de PrEP-zorg bij moeten nemen omdat de GGD vol zit

Huisartsenzorg De wachtlijst groeit voor het PrEP-programma, maar minister Kuipers’ oproep aan de huisarts stuit op verzet van de beroepsgroep.

Potje met de hiv-preventiepil PrEP, een pil met hiv-remmers die een hiv-infectie kan voorkomen.
Potje met de hiv-preventiepil PrEP, een pil met hiv-remmers die een hiv-infectie kan voorkomen.

Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

„Nee Ernst Kuipers, dit kan er niet ook nog even bij!” Huisarts Anne-Fleur Harbers-Schoemaker was er afgelopen maand op LinkedIn helder over: PrEP, het medicijn dat beschermt tegen een hiv-infectie, hoort niet standaard bij de huisarts.

Ze heeft niets tegen PrEP an sich. Sterker nog, in haar praktijk in Naarden schrijven ze de pillen voor aan twee mannen. Maar waar de praktijk van Harbers-Schoemaker „goed in de fte’s” zit, ziet zij andere huisartsen „onderuitgaan”. Daar kwam haar hartenkreet vandaan, legt ze uit. „De essentie is dat de huisartsen via de media moeten horen dat minister Kuipers (Volksgezondheid, D66) heeft besloten dat PrEP-zorg ook wel bij de huisartsen kan, omdat de GGD’s vol zitten. Die reflex is er bij veel zorg: de huisarts is toegankelijk en lekker goedkoop. Maar er gaat niks af.”

In 2019 maakte het ministerie van Volksgezondheid geld vrij om PrEP aan te bieden aan 6.500 mensen die een hoog risico lopen op hiv, met name mannen die seks hebben met mannen. De pillen, en de bijbehorende soa- en niertesten, worden verstrekt door de GGD’s in een vijfjarige pilot, waarin het RIVM onderzoekt wat het effect is op het aantal hiv-infecties en andere soa’s in Nederland.

Wachtlijst

Al gauw bleek de vraag groter en werd het plafond verhoogd naar 8.500 mensen. Inmiddels staan er nog 3.000 mensen op de wachtlijst. Linkse oppositiepartijen willen dat de minister het budget (nu 26,2 miljoen euro) opnieuw verhoogt, maar een motie hierover werd vorige week dinsdag verworpen.

De onderzoeksvraag van de pilot is volgens de minister toch al bijna beantwoord. Vorig najaar zag hiv-monitoringsorganisatie SHM al een ‘PrEP-effect’ (het aantal hiv-infecties in Nederland daalde), het RIVM komt nog met een exact resultaat. Het aantal andere soa’s lijkt niet te stijgen onder PrEP-gebruikers, aldus een tussenevaluatie vorige maand.

Die reflex is er bij veel zorg: de huisarts is toegankelijk en lekker goedkoop. Maar er gaat niks af

Anne-Fleur Harbers-Schoemaker huisarts

Bovendien zitten GGD’s met een beperkte capaciteit, zei Kuipers half februari. De mensen op de wachtlijst moeten zich maar tot de huisarts wenden – de kosten gaan dan van het eigen risico af. „Huisartsen zijn in principe het eerste aanspreekpunt voor het verschaffen van PrEP”, zei Kuipers.

Dat viel bij sommige huisartsen verkeerd. Het standpunt van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is al jaren dat PrEP-zorg geen standaard huisartsenzorg is, omdat die te veel tijd vergt voor de al overbelaste huisarts. Aan dat standpunt verandert niets, laat de LHV weten. Na een gesprek met het ministerie afgelopen maand beloofde de LHV wel de informatie op haar site over PrEP te verbeteren.

Intussen kijken GGD’s gefrustreerd toe. „De meeste huisartsen zijn niet bereid om PrEP voor te schrijven”, schreef GGD GHOR Nederland twee weken geleden aan de Kamer. „Met enige regelmaat zien GGD-medewerkers mensen die eerder geen PrEP konden krijgen terug voor een hiv-test. Deze blijkt vervolgens positief. Dat is frustrerend en demotiverend.”

De organisatie schrijft dat GGD’s wel degelijk capaciteit hebben voor drieduizend extra plekken, als er maar voldoende financiering is. „Enerzijds kunnen we dan meer mensen aannemen, medicijnen en testen inkopen, en anderzijds onze huidige professionals efficiënter inzetten”, zegt een woordvoerder.

Het ministerie van VWS betwijfelt of het de GGD’s lukt alle wachtenden op tijd te helpen. Bovendien zou PrEP-zorg andere soa-zorg dreigen te verdringen.

Wel staan „de seinen op groen” om PrEP na de pilot structureel aan te bieden, aldus de minister. Huisartsen discussiëren daarom over de vraag of PrEP bij hun takenpakket hoort. „Dit is geen zorg die overal evenveel voorkomt”, zegt huisarts Isabel Hövell-Ullmann in Huissen, bij Arnhem. „Een verschuiving van PrEP-zorg naar de huisarts zou hier betekenen dat mijn collega’s en ik voor enkele patiënten specifieke scholing nodig hebben en die kennis ook moeten onderhouden.”

We krijgen alles maar op ons bord geparkeerd

Bovendien, als zorg eenmaal bij de huisarts is ondergebracht, wordt die elders wegbezuinigd, is de ervaring van Hövell-Ullmann, die lid is van de actiegroep ‘Help de huisarts verzuipt!’. Dat dreigt volgens haar bij de abortuszorg te gebeuren, nu de huisarts de abortuspil kan voorschrijven. Uiteindelijk is dan de zorg minder goed geborgd, denkt ze.

Eerstelijnsmedicijn

Huisarts Joost Vermuë is juist voor brede beschikbaarheid van PrEP bij de huisarts „omdat het hiv kan voorkomen”. Hij richtte de website PrEPzorg.nl op, waar mensen PrEP en de nodige testen kunnen aanvragen. PrEP vindt hij een ‘eerstelijnsmedicijn’: „Net zoals we vrouwen met anticonceptie beschermen tegen zwangerschap.” Anticonceptie komt weliswaar veel vaker voor, maar er zijn volgens hem wel meer ingrepen die de huisarts een of twee keer per jaar moet uitvoeren, zoals een hormoonstaafje plaatsen.

Hij vindt dat PrEP bij de GGD beschikbaar moet blijven voor de „meest kwetsbaren”, zoals jongeren of mensen die kampen met seksproblemen.


Lees ook: De huisartsenpraktijken bezwijken bijna onder het artsentekort

De huisarts heeft meer preventieve taken, zegt huisarts Harbers-Schoemaker. Zoals anticonceptie en leefstijlbegeleiding. Toch vindt ze de GGD de „handigste” plek: mannen die seks hebben met mannen kwamen daar sowieso al voor soa-zorg, GGD’s zijn gewend over seks te praten, en zo concentreer je de kennis.

Ze is vooral ontstemd over de manier waarop Kuipers PrEP-zorg bij de huisarts lijkt neer te leggen. „Het wordt als een fait accompli gepresenteerd. Kuipers kwam ook al niet opdagen bij onze manifestatie vorig jaar. Dat zet de toon, zo van: we krijgen alles maar op ons bord geparkeerd.”

„Huisartsen kunnen en zullen niet verplicht worden PrEP-zorg te leveren”, reageert het ministerie. Hoe PrEP dan wel zal worden geborgd vanaf 2024 – via de GGD, huisarts of allebei – en in hoeverre de kosten worden vergoed, daarover wil de minister deze zomer een besluit nemen.