Franse schuldenstress kan ook probleem voor Europa worden

De hoop van politiek links in Frankrijk was groot toen de socialist François Mitterrand in 1981 onverwacht en nipt tot president werd verkozen. Vlak daarna won Mitterrands coalitie van socialisten en communisten ook de parlementsverkiezingen. Nu kon het radicale sociaal-economische programma worden uitgevoerd waarvan op links al jaren werd gedroomd.

De nieuwe regering begon aan grootscheepse stimulering van de economie. Er kwamen 55.000 nieuwe overheidsbanen, het minimumloon en de uitkeringen gingen omhoog. Banken werden genationaliseerd. Om de grote nieuwe uitgaven te kunnen doen, gingen de belastingen voor bedrijven en voor rijken omhoog. Toch steeg het Franse overheidstekort naar een recordhoogte.

En toen drukten de financiële markten de Franse politiek met de neus op de feiten: kapitaal stroomde het land uit, de Franse franc moest meermaals worden gedevalueerd ten opzichte van andere Europese valuta, waardoor Frankrijk veel meer voor zijn import moest betalen. Het handelstekort explodeerde, de inflatie liep in de dubbele cijfers. Frankrijk dreigde uit het Europees Monetair Stelsel (de voorloper van de euro) te vallen.

Mitterrand en zijn regering beseften: het roer moet om. In 1983 kondigde hij een enorme politieke draai aan, naar een beleid van rigueur: bezuinigingen en belastingverhogingen.

De herinnering aan 1981-1983 wordt dezer dagen vaak opgehaald in de Franse pers. Want ook nu weer dreigt in Parijs een regering aan de macht te komen die geen rekening houdt met de realiteit van de internationale financiële markten.

Zondag heeft in Frankrijk de eerste ronde plaats van de vervroegde parlementsverkiezingen die president Emmanuel Macron uitriep vlak na de Europese verkiezingen. De EU-verkiezingen liepen uit op een klinkende overwinning voor radicaal-rechts. Macron leek erop te hopen dat de Fransen bij de nationale stembusgang zullen terugkeren naar het politieke midden.

Maar afgaand op de peilingen zal het radicaal-rechtse en eurosceptische Rassemblement National (RN) de grootste partij worden in de Assemblée Nationale. Het scenario van een door RN aangevoerde regering zou niet alleen een politieke aardschok betekenen voor Frankrijk en voor Europa. Het is ook een recept voor onrust op de financiële markten. Ook als Frans links – dat volgens peilingen in de eerste ronde als tweede eindigt – na de tweede ronde op 7 juli de regering gaat vormen, kan het link gaan worden.

Tweede economie van de eurozone

Wat is er aan de hand? In het kort: Frankrijk leeft al jaren financieel boven zijn stand en met radicaal-rechts (of met links) in de regering dreigen de overheidsfinanciën van de tweede economie van de eurozone helemáál uit het lood te worden geslagen. Daarnaast stuurt het RN aan op conflicten met de Europese Unie, onder meer over Frankrijks afdracht aan de EU. Ook dat doet de financiële stabiliteit geen goed.

De spanning rondom Frankrijk was de afgelopen weken zichtbaar in de grafiekjes die beleggers op hun schermen zien. De kosten om je, als obligatiehouder, te verzekeren tegen het risico van niet-terugbetaling door de Franse staat (credit default swaps) zijn de voorbije weken opgelopen, net als de rente die Frankrijk moet betalen op zijn staatsschuld. Wat dat laatste betreft, is vooral het verschil in rente tussen Frankrijk en Duitsland een veelbekeken stressindicator. Deze spread – in feite de risicopremie die beleggers eisen van Frankrijk, bovenop het Duitse rentetarief – bedraagt voor tienjarige staatsobligaties nu ruim 0,8 procentpunt, tegen minder dan 0,5 procentpunt een paar maanden geleden.

De spread ligt nog niet op paniekniveau. Op het hoogtepunt van de eurocrisis, eind 2011, liep deze op tot meer dan 1,7 procentpunt. Maar geruststellend is de situatie evenmin. Frankrijk betaalt nu meer risicopremie dan Portugal, een land dat tijdens de eurocrisis (2009-2015) alleen dankzij noodsteun van IMF en EU op de been kon blijven. In Frankrijk komt politieke onzekerheid bovenop een huishoudboekje dat de voorbije jaren alleen maar is verslechterd.

Hoge schuld, hoog tekort

De Franse staatsschuld bedraagt zo’n 110 procent van het bbp, terwijl die in Duitsland 65 procent van het bbp bedraagt en die in Nederland 49 procent. Dit beeld is relatief nieuw: tot medio-jaren 2000 lag de Franse schuld nog op het niveau van de Duitse.

Het Franse begrotingstekort blijft hoog: het kwam uit op 5,5 procent in 2023, fors boven het EU-maximum van 3 procent en fors boven de tekorten in de meeste andere lidstaten (Italië doet het nog slechter). De Europese Commissie startte vorige week een zogeheten tekortprocedure tegen Frankrijk, Italië en vijf andere landen, om begrotingsdiscipline af te dwingen. In het uiterste geval kan die procedure tot boetes leiden.

Toen in mei bleek dat het Franse tekort wéér hoger uitviel, verlaagde kredietbeoordelaar S&P het stempel van kredietwaardigheid van Frankrijk, van ‘AA’ naar ‘AA-’. Aan die stempels zie je goed de verslechtering van de Franse overheidsfinanciën door de jaren heen. Tot in 2011 had Frankrijk nog dezelfde rating als Duitsland en Nederland (AAA, de hoogste rating die er is).

De verantwoordelijkheid voor die slechte cijfers ligt bij opeenvolgende presidenten en hun regeringen, zeker ook bij president Macron, aan de macht sinds 2017.

Macron voerde de voorbije jaren een begrotingsbeleid dat doet denken aan het vroege beleid van Mitterrand: het aanjagen van de economische groei via de overheidbegroting, (een ‘keynesiaans’ beleid, naar de Britse econoom John Maynard Keynes). Weliswaar trokken alle westerse overheden de afgelopen jaren grootscheeps de portemonnee om de schokken van de pandemie en de energiecrisis op te vangen, maar Frankrijk deed daar nog een schep bovenop en schaalde de uitgaven vervolgens amper terug.

Campagnecadeautjes

Waar beleggers bang voor zijn, is dat de financiële positie van Parijs alleen maar verslechtert als radicaal-rechts, of de alliantie van links, in de regering terecht komt. In de verkiezingscampagne wordt gestrooid met cadeautjes.

Jordan Bardella, de 28-jarige partijvoorzitter en premierskandidaat van RN, wil een reeks belastingen verlagen, waaronder de btw op energie, en wil Macrons pensioenhervormingen ongedaan maken. Het zal vele (volgens sommige schattingen tientallen) miljarden euro’s kosten. Bardella heeft de voorstellen al afgezwakt, maar de vaagheid over de precieze dekking ervan blijft. De linkse alliantie Nouveau Front Populaire, die ook nog kans maakt de grootste te worden, wil sociale uitgaven verhogen en dit betalen door rijken en bedrijven zwaarder te belasten – alleen blijft er dan nog steeds een miljardengat over.


Lees ook

Het programma van ‘premier Bardella’ staat vol onbetaalbare en onhaalbare beloftes

Een Frans stemlokaal in opbouw met alvast een verkiezingsposter van de radicaal-rechtse partij Rassemblement National met voorvrouw Marine Le Pen en partijvoorzitter Jordan Bardella.

Het kamp-Macron heeft in de campagne de onwaarschijnlijke rol van bewaker van de begrotingsdiscipline op zich genomen. Over het linkse programma zei Macrons minister van Financiën, Bruno Le Maire: „Dit is 1981, maar dan tot de tiende macht”, Hij sprak ook van de „ondraaglijke financiële lichtheid” van de plannen van radicaal-rechts en links en waarschuwt voor een staatsschuldencrisis: ‘Brussel’ en het IMF zouden Frankrijk dan onder toezicht moeten stellen.

Handelaren aan het werk op het hoofdkwartier de beurs Euronext in Parijs, maart 2023.
Foto Christophe Petit Tesson/EPA

Zover is het nog lang niet, maar verdere financiële stress rondom Frankrijk ligt op de loer, en een schuldencrisis is niet ondenkbaar. Obligatiebeleggers kunnen veel hebben, maar als ze het financiële vertrouwen in een land echt verliezen, kan het snel misgaan: dan doen ze obligaties van het land massaal van de hand, loopt de rente van het land snel op, en worden de kosten van de staatsschuld onhoudbaar.

En dán moeten politici vaak alsnog fors de broekriem aanhalen. Denk aan de Griekse crisis (2009-2015). Of aan de kortstondige crisis krap twee jaar geleden in het Verenigd Koninkrijk. Toenmalig premier Liz Truss wilde miljarden aan ongedekte belastingverlagingen doorvoeren, maar moest die plannen schrappen toen de rente plots omhoog knalde (en kort daarna trad ze af).

Een nieuwe eurocrisis?

Wat het huidige Franse speelveld anders maakt dan dat in 1981, en ook dan het Britse speelveld, is dat Frankrijk lid is van de eurozone. Dat maakt de Franse schuldenstress in potentie tot een Europees probleem.

Als de Franse spread na de eerste en/of de tweede ronde van de parlementsverkiezingen scherp oploopt, nemen de risico’s voor de eurozone toe: de stress kan zomaar overslaan naar, bijvoorbeeld, Italië (staatsschuld: 137 procent van het bbp) en dan is een nieuwe eurocrisis dichtbij.

Een Franse tournure in het begrotingsbeleid, zoals die van 1983, zou dan noodzakelijk zijn, alle verkiezingsbeloften ten spijt. Tenzij andere lidstaten, of de Europese Centrale Bank, de Fransen te hulp schieten. Maar de animo daarvoor is, na jaren van kwistig Frans gedrag, zeer gering.