Column | Waarom heel Europa nu naar Merz en Macron kijkt

Wekenlang zijn medewerkers van president Emmanuel Macron en de nieuwe kanselier Friedrich Merz bezig geweest om de relance – doorstart – van de Frans-Duitse relaties vorm te geven. Er was zelfs sprake van een tripje naar Normandië, voor een iconische foto op een strand waar in 1944 een geallieerde landing plaatsvond. Een krachtig beeld, tachtig jaar na de bevrijding. Een beeld dat die beroemde foto van François Mitterrand en Helmut Kohl zou oproepen, hand in hand bij de loopgraven van Verdun, in september 1984 – nog een Frans-Duitse doorstart die de verzoening van twee landen symboliseerde die Europa wilden domineren, driemaal oorlog voerden en vervolgens besloten: nie Wieder, plus jamais ça.

De Normandische fotosessie ging niet door. Maar het feit dat men daaraan dacht, toont aan hoe hoog de verwachtingen zijn dat Merz de kwakkelende Frans-Duitse relaties een nieuwe impuls geeft. En hoe welkom dat is voor heel Europa. Want de nood is hoog. Europa zit in de tang. Enerzijds wordt het ondermijnd en bedreigd door de oorlog in Oekraïne, die gepaard gaat met steeds meer Russische hybride aanvallen op Europa zelf – op de politiek, media, infrastructuur en bedrijven. Anderzijds maken de Amerikanen steeds duidelijker dat zij, juist nu, geen zin hebben om onvoorwaardelijk de Europese veiligheid te blijven verzorgen. En dat ze liever zaken doen met landjes alleen.

Op zulke precaire momenten kijkt iedereen naar Parijs en Berlijn: wat doen zij, wat voor plannen bedenken ze? Want als de wereld verandert, en Europa moet mee-veranderen, verandert ook de verhouding tussen Frankrijk en Duitsland. Altijd. De Frans-Duitse relatie is en blijft de grondslag van het naoorlogse Europa. Als de twee dominantste landen in Europa een weg vooruit vinden, kan de rest van het continent mee. Zo niet, dan wordt het lastig.

En afgelopen jaren was het lastig. Duitsland was decennialang het economische trekpaard van Europa geweest, Frankrijk trok meer de buitenlands-politieke kar. Een mooie werkverdeling waar afgelopen jaren de klad in kwam. Duitsland probeerde niet te zeuren over Franse schulden, al had het zichzelf een strenge Schuldenbremse opgelegd. Frankrijk zweeg over de deplorabele staat van de Duitse defensie, al gaf Parijs sinds 1990 30 procent meer van het bbp aan defensie uit dan Berlijn. Dat was de deal, die berustte op een zekere balans. Die balans is nu weg.

Europa heeft een acuut veiligheidsprobleem en, mede door Trumps handelsoorlog, een economisch probleem. Het moet nu zijn defensie versterken én zijn economie versterken. Duitsland, dat lang zijn kaarten op transatlantische veiligheidsgaranties had gezet, moet samen met de Fransen, die op dat gebied veel verder zijn, een plan uitstippelen om Europa’s defensie samen vorm te geven, zonder oude jaloezieën aan te wakkeren. Frankrijk moet zijn schulden aanpakken en zijn blokkades van noodzakelijke EU-handelsakkoorden opheffen. Beiden moeten eindelijk de Europese kapitaalmarktunie opzetten en de euro versterken.

Hun diners duren uren, Merz is een enorme prater

Macron en Merz – ‘Merzcron’, schreef Handelsblatt – hebben elkaar meermalen ontmoet. Hun diners duurden uren. Merz is een enorme prater, anders dan zijn voorganger Olaf Scholz, een man van weinig woorden met wie het minder leuk tafelen was. Merz loopt al jaren rond in internationale circuits. Daar verkondigt hij altijd dat hij zijn eerste jaar aan Europa gaat besteden.

Cynici zeggen dat hem dat nooit lukt, met extreemrechts op de hielen. En Macron evenmin. Anderzijds: beiden hebben nú de kans, en willen die grijpen. Ze kondigden woensdag een gezamenlijke veiligheidsraad aan. En in Le Grand Continent schrijven Europa-vorsers Shahin Vallée en Joseph de Weck al punt voor punt hoe de Frans-Duitse ‘Grand Bargain’ voor Europese defensie eruit kan zien. Er staat een artists’ impression boven van Merz en Macron, tegenover Charles de Gaulle en Konrad Adenauer – de twee leiders die de Frans-Duitse verzoening na 1945 gestalte gaven.

Grote schoenen om te vullen.