Na Bob Vylan op Glastonbury: hoe gaan festivals om met activisme op het podium? ‘Wij laten ons niet forceren’

Het Britse muziekfestival Glastonbury toonde zich geschokt, hier hadden ze geen ruimte aan willen geven. Omroep BBC bood excuses aan voor het uitzenden van het bewuste fragment en verklaarde donderdag optredens met „een hoog risico” niet meer te zullen livestreamen. En premier Keir Starmer zei: „Er is geen excuus voor dit soort schokkende haatzaaiende uitlatingen.”

De controverse draait om punkband Bob Vylan, die het Glastonbury-publiek, dat massaal met Palestijnse vlaggen zwaaide, afgelopen weekend „Death to the IDF”, dood aan het Israëlische leger, liet scanderen.

Festivals en concertorganisatoren liggen in toenemende mate onder een vergrootglas. De buitenwereld spreekt hen aan op de statements die artiesten op ‘hun’ podia maken. Hoe gaan festivals daarmee om?

Op zichzelf is het niets nieuws dat bij popfestivals ruimte wordt geboden aan een waaier van meningen, vaak van de linkse kant van het politieke spectrum. Popfestivals zijn van oudsher het territorium van jongeren en hun progressieve activisme. Denk maar aan Woodstock in 1969: één lange bijeenkomst voor de tegenculturele hippiecommunity. Of neem het driedaagse Holland Festival in het Kralingse Bos in Rotterdam een jaar later, waar tienduizenden bezoekers het gedoogbeleid voor wiet en hash afdwongen tijdens optredens van Pink Floyd, Jefferson Airplane, The Byrds en Santana.

Nederland, Hilvarenbeek, 14-06-2025. Politieke uitingen op Best Kept Secret. Foto Andreas Terlaak

Die sfeer bleef altijd een beetje zo. In 1993 stampte Tom Morello met Rage Against the Machine het hoofdpodium van Pinkpop op met ‘Sendero Luminoso’ (Lichtend Pad) op zijn Telecaster geschreven, verwijzend naar de maoïstische guerillabeweging uit Peru. Een jaar later had hij ‘Arm the homeless’ als boodschap op zijn gitaar geschreven – een schrikbeeld van het establishment, maar op een popfestival viel zoiets in zeer goede aarde. En zo gaat het nog altijd. In 2017 kwam Morello terug naar Landgraaf met Prophets of Rage, waar hij een A4’tje met een boodschap voor de toen net verkozen Amerikaanse president had: ‘FUCK TRUMP’.

Ook Palestijnse vlaggen en keffiyeh’s (de bekende zwart-witgeblokte sjaals) die voor vrijheid van de Palestijnen worden gedragen, zijn nooit weggeweest van de popfestivals. Net als vorig jaar waren er bijvoorbeeld op Best Kept Secret in Noord-Brabant dit jaar weer veel van die vlaggen te zien: veel artiesten hadden ze op hun shirt of over de versterker gehangen. Ook liepen veel bezoekers in rode shirts, solidair met het rode-lijn-protest in Den Haag hetzelfde weekend.


Lees ook

Britse politie doet onderzoek naar leuzen Kneecap en Bob Vylan tijdens festival Glastonbury

Een zee van Palestijnse vlaggen tijdens het concert van Kneecap.

Hezbollah-vlag

Toch lijkt met de ophef rond Palestijns activisme op Glastonbury een bepaalde grens te zijn gevonden. In aanloop van het festival was de aandacht vooral op de Ierse rappers van Kneecap gericht. Premier Starmer had vooraf schande gesproken van hun boeking, onder meer omdat ze vorig jaar met een Hezbollah-vlag zouden hebben gezwaaid. Die politieke druk maakte ze alleen maar populairder in Somerset (net als op Best Kept Secret twee weken eerder, waar ze naar het hoofdpodium werden gepromoveerd) waar ze voor een zee van groen, wit, rood en zwart stonden.

Maar uiteindelijk deed Bob Vylan een uurtje eerder met hun „Death to IDF” het meeste stof opwaaien. De Amerikaanse tour die de punkers hadden geboekt gaat niet door, hun visa zijn door de Amerikaanse overheid ingetrokken als reactie op hun Glastonbury-concert. Hun boekingskantoor United Talent Agency heeft ze laten vallen, en nu zijn ook concerten op het Radar festival in Manchester en Kave Fest in het Noord-Franse Gisors geschrapt – die laatste onder druk van de provincie en gemeente, die Bob Vylan niet willen verwelkomen.

Er wordt veel druk op ons uitgeoefend om te besluiten Bob Vylan wel of juist niet te annuleren

Geert van Itallie
directeur van Paradiso

Waar ze vooralsnog nog wél in de agenda staan is het Amsterdamse Paradiso, waar de band op 12 september in het voorprogramma van Gogol Bordello staat. „Er wordt veel druk op ons uitgeoefend om te besluiten hun concert wel of juist niet te annuleren”, zegt Geert van Itallie, directeur van Paradiso, „maar wij laten ons niet forceren.” Hij noemt de uitspraken van Bob Vylan op Glastonbury een „uitschieter”, waar de rechter in Engeland zich nu over gaat uitspreken. Een reden om ze zonder meer direct te annuleren is het niet: „Strikt juridisch kun je zeggen dat er termen zijn gebruikt die aanzetten tot haat of geweld. Nu hebben ze in een verklaring laten weten dat ze het niet zo letterlijk meenden, en zich niet richtten tegen een bepaalde bevolkingsgroep. Daar ben ik wel blij mee, net als met Kneecap die zeggen geen terreur te steunen. Wij kijken nu naar hoe Bob Vylan zich eerder hebben uitgelaten. Ik vind een eenmalige uitschieter wel iets anders dan een band met een structurele haat- of geweldsboodschap. Maar we onderzoeken dus nog of in het verleden vergelijkbare statements zijn gemaakt door de band.”

Heilig

De vrijheid van meningsuiting is bijna heilig voor Paradiso, waar begin september ook Kneecap twee avonden staat, zegt Van Itallie. „Maar er zijn wel grenzen aan wat je kunt zeggen.” De afweging om Bob Vylan wel of niet te laten komen is lastiger door de polarisatie in de samenleving, zegt Van Itallie. „Een groot deel van de bevolking denkt er zo over, dat er een genocide plaatsvindt en dat het leger op burgers schiet. Dan krijg je dit soort reacties als van deze band. Die heftigheid neemt toe, dat begrijp ik, en ook de harde woorden die daar nu over vallen. Aan de andere kant zie je dat Douwe Bob voor jodenhater wordt uitgemaakt, de gemoederen lopen hoog op.”

Ook bij Down The Rabbit Hole, dat komend weekend plaatsvindt in Beuningen, weten ze „dat dit onderwerp onder een vergrootglas ligt”, zegt woordvoerder Bente Bollmann. Maar „deze dingen”, verwijzend naar artiesten die zich uitspreken, „gebeuren gewoon”. Bollman: „Wij hebben als organisatie geen invloed op wat artiesten op onze podia doen, zolang het binnen de kaders van de wet is.” Bollmann ziet hoe festivals „altijd verbonden zijn geweest met politieke en maatschappelijke ontwikkelingen”. Dat komt niet alleen door artiesten. „Onze bezoekers zijn zelf heel sociaal en maatschappelijk bewust.”

Druk om voorzichtig te programmeren voelen ze bij Into The Great Wide Open, eind augustus op Vlieland, niet. „Wij willen juist een podium bieden aan activistische artiesten”, zegt Ferry Roseboom van dat festival. Hij ziet de discussie over Bob Vylan „bijna als een bliksemafleider. We maken ons daar druk om, terwijl we in eigen land bijna een wet aannemen die illegale mensen helpen strafbaar stelt.” Roseboom ziet „een glijdende schaal” en wil het festivalpubliek „prikkelen” met lezingen, onder meer van activist Jerry Afriyie. „De tijd van achterover leunen is voorbij.”