N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
De Iraanse actrice Zahra ‘Zar’ Amir Ebrahimi (41) heeft het druk. De interviewafspraak wordt wekenlang afgehouden, afgezegd, uitgesteld. Vorige week vrijdagavond lukt het. Een halfuurtje, aan de telefoon, tussen de bedrijven door vanuit een druk café in Parijs, de stad waar ze sinds 2008 in ballingschap leeft.
Het wordt een uur, waarin ze vertelt over haar leven, haar werk, haar vrijheid en bovenal haar Iran.
Met op de achtergrond het rumoer van jonge Parijzenaren die het begin van hun weekend vieren spreekt Amir Ebrahimi met een heldere stem, bedachtzaam en trefzeker. Ze praat Frans met een melodieus accent dat haar Perzische moedertaal verraadt. Af en toe moet ze naar woorden zoeken, of leent ze er een uit het Engels.
Ze vult lange dagen met de promotie van de film Holy Spider, gebaseerd op een waargebeurd verhaal over een godsdienstwaanzinnige moordenaar die aan het begin van deze eeuw zestien prostituees vermoordde in Iran. Voor haar rol als onderzoeksjournalist Rahimi won Amir Ebrahimi in mei de prijs voor beste actrice op het Filmfestival van Cannes. Denemarken, waar de Iraanse regisseur Ali Abbasi woont, heeft de film ingestuurd voor de Oscars.
Maar bovenal zijn Amir Ebrahimi’s gedachten bij de massale protesten die Iran inmiddels al zeven weken in de ban houden. Ze braken uit naar aanleiding van de dood van de Koerdisch-Iraanse Mahsa Amini (22), die omkwam na een gewelddadige arrestatie omdat haar verplichte hoofddoek niet goed zou hebben gezeten, en mondden uit in een brede roep om de val van het autocratische en strikt islamitische regime.
Hoe gaat het met u?
„Ik ben zo moe. Het lukt me sinds het begin van de protesten niet om fatsoenlijk te slapen, om me te concentreren op persoonlijke dingen. Het is zwaar als je weet dat je vrienden op straat aan het demonstreren zijn, als je weet dat je familie het moeilijk heeft. Ik heb een stukje van mezelf achtergelaten in Iran, dus ik kan me niet loskoppelen van wat daar gebeurt.”
Lees ook: Hoelang het regime standhoudt, hangt mede af van de Revolutionaire Garde
Wat hoort u van uw naasten in Iran?
„Iedereen die ik spreek, of het nou familieleden of vrienden zijn, mensen uit de filmwereld of onbekende socialemediagebruikers die me berichten sturen, ze zijn allemaal zó boos. En ze worden steeds bozer door de wreedheid van de regering”, zegt ze, verwijzend naar het geweld dat het regime vooral in de Koerdische gebieden inzet – volgens mensenrechtenorganisaties zijn al zeker 270 mensen omgekomen sinds het begin van de protesten. „Iedere dag vinden er rampen plaats. Iedere dag zet het regime terreur in.
„Het regime blokkeert het internet continu, maar we weten hoe we moeten valsspelen; je wordt inventief van het leven in een dictatuur. Ik heb een VPN gekocht voor mijn broer, mijn ouders, mijn vrienden” – een verbinding waarmee internetgebruikers gebruikmaken van een server in een ander land, in dit geval om het blokkeren van websites of apps te omzeilen. „Zo kunnen we elkaar spreken. Het geweld en de repressie laten zien dat deze wanhopige dictatuur zijn laatste dagen nadert.”
„Wat echt nieuw is, is dat meer mannen zij aan zij met de vrouwen de straat op gaan en de slogan ‘vrouw, leven, vrijheid’ blijven herhalen.”
Ook in 2009 en 2019 werd massaal gedemonstreerd tegen de conservatief-islamitische leiders die sinds de revolutie van 1979 aan de macht zijn. Waarom zouden deze protesten wel de val van het regime betekenen?
„De nieuwe generatie, die de huidige protesten leidt, heeft me positief verrast. De mensen die nu de straat op gaan, zijn veelal jonge mensen, die de revolutie niet hebben meegemaakt, die de Iran-Irakoorlog [van 1980 tot 1988] niet hebben meegemaakt. Zij zijn niet bang voor een revolutie.
„Hun wereld is ook veel groter dan die van mij was toen ik jong was. Dankzij sociale media zien jonge Iraniërs hoe een jongen in Chicago leeft, of een meisje in de Amazone. Ze zijn niet van de wereld afgesloten opgegroeid en weten daardoor dat het anders kan. Ze laten zich niet meer controleren.
„Er zijn al jaren Iraanse vrouwen die hun hoofddoek willen laten vallen. Maar nooit eerder gingen ze zo massaal de straat op om niet alleen het recht om geen hoofddoek te dragen te verdedigen, maar om te vechten voor vrouwenrechten, voor vrijheid van meningsuiting, voor vrijheid om te leven.
„Wat me ook optimistisch stemt, en wat echt nieuw is, is dat meer mannen zij aan zij met de vrouwen de straat op gaan om te vechten voor hún rechten, voor vrouwenrechten. Er zijn mannen die de slogan ‘vrouw, leven, vrijheid’ blijven herhalen.”
U moest in 2008 Iran verlaten omdat u een celstraf en zweepslagen boven het hoofd hingen, omdat een seksvideo van u was verspreid op internet. Welke parallel kunnen we trekken met wat er nu gebeurt?
„Toen die video online verscheen, was de reactie overweldigend. Iedereen in Iran keek ernaar, iedereen praatte erover, niemand kon het laten gaan.” Amir Ebrahimi was destijds al zeer bekend in Iran door rollen in Iraanse televisieseries en de intieme beelden werden massaal op straat verkocht.
„Ik kan me voorstellen dat in een maatschappij als Frankrijk mensen er ook over zouden praten, want de mens is nieuwsgierig. Maar niet tot dit niveau.”
„Dat komt doordat het patriarchaat door het bloed in onze aderen loopt en de wet tegen ons vrouwen is. Hier in Frankrijk wordt misschien wel gepraat, maar bestaat niet het risico dat je nooit meer kunt werken, dat je gestraft kunt worden, in de gevangenis gegooid, met een zweep geslagen, geëxecuteerd. Ik had misschien in Iran kunnen blijven, maar dan had ik moeten liegen en me moeten voegen naar de wensen van het regime.
„Het verschil met nu is dat mijn probleem persoonlijk was. Maar wat hetzelfde is, is dat ik net als de demonstranten van nu weigerde de staat de controle over mijn lichaam te geven.”
Lees ook: Ali Abbasi over ‘Holy Spider’: ‘Ik wil de kijker niet lekker laten griezelen’
Holy Spider is kritisch op de misogynie en het conservatisme in de Iraanse maatschappij. Vormen die zaken een rode draad in uw leven?
„Er wonen meer dan 84 miljoen mensen in Iran dus je kunt niet iedereen over één kam scheren. Maar het is duidelijk dat het een patriarchale maatschappij is. Met het uitkomen van de film zag ik weer hoeveel we nog te winnen hebben.
„We zijn in Iran niet gewend om te praten over culturele problemen in onze maatschappij, om onszelf een spiegel voor te houden. Best wat Iraanse vrienden en filmmakers hebben kritiek op de film. Die vragen ons: waarom schilder je de Iraniërs af als slechteriken? Ze zien niet in dat je kunt leren en profiteren van het debatteren over problemen die bestaan in een maatschappij.
„Ook in landen als Frankrijk bestaan zulke problemen. Ik voel dat hier ook misogynie is, en ook hier bestaat huiselijk geweld, worden vrouwen vermoord. Het verschil is dat er hier in elk geval over wordt gepraat. Bij het Filmfestival van Cannes werd ook La Nuit du 12 vertoond, een film over de moord op een Franse vrouw, waar helemaal geen sprake was van zulke kritiek. En bij het festival stonden activisten met een banner met daarop het enorme aantal feminicides” – het waren er 129 – „dat vorig jaar in Frankrijk plaatsvond. Dat zouden er in Iran nog veel meer zijn, maar wij zouden daar niet snel over praten.”
In hoeverre hebben de protesten Holy Spider in een ander daglicht gezet?
„Het heeft de blik op de film totaal veranderd. We werden aanvankelijk in onder meer Frankrijk bekritiseerd over de hoeveelheid geweld in de film. Mensen snapten niet dat we zo’n groot exposé maakten over de handelswijze van een massamoordenaar, waarom we moesten laten zien hoe die vrouwen vermoord werden. Ik denk dat mensen vonden dat het een soort geweldspornografie was, dat we overdreven.
„Het geweld in de film is nog geen 20 procent van wat vrouwen in Iran meemaken. En de protesten hebben aan de wereld duidelijk gemaakt dat het echt is. Dat we niet overdrijven. Het is geen gewelddadige film, het is een gewelddadige realiteit.
„Het heeft ook mijn eigen blik op de film veranderd. De journalist die ik speel, die onderzoek doet naar de massamoordenaar, was voor mij een fictief personage. Ik kende persoonlijk geen mensen die hun leven in gevaar zouden brengen voor vrijheid, voor waarheidsvinding, voor anderen. Maar nu heb ik de indruk dat de straten van Iran zijn gevuld met Rahimi’s.”
Jullie zijn nu bezig met een campagne voor de Oscars, eerder won u de Gouden Palm voor beste actrice bij het Filmfestival van Cannes. Hoe belangrijk is dat voor u?
„Aanvankelijk dachten regisseur Ali Abbasi en ik helemaal niet na over de Oscars. We waren al bezig met nieuwe projecten en vroegen ons af of het de moeite wel waard was. Maar ik ben me gaan realiseren dat deze film me in staat stelt om licht te laten schijnen op wat er in Iran gebeurt en op die manier Iraanse vrouwen te helpen.
Lees ook: Omverwerping van het Iraanse regime vergt organisatie en leiderschap
„Het maken van de film heeft veel geld, moeite en tijd gekost. We mochten niet in Iran filmen, dus hebben in het buitenland moeten draaien. Ali en ik hebben vier volle jaren van ons leven gegeven voor deze film. Uiteindelijk hebben we een film kunnen maken die echt de Iraanse maatschappij laat zien.
„Het is ook een boodschap aan de Iraanse regering: jullie proberen iedereen te controleren, te censureren. Jullie laten filmmakers niet in jullie land werken. Maar dat houdt ons niet tegen.
„Nadat ik in Cannes mijn prijs kreeg, heeft het Iraanse ministerie van Cultuur ons ook aangevallen in de media. Ze waren helemaal niet blij dat ik deze prijs en dus aandacht kreeg. Ze proberen me te verzwakken, maar die reactie geeft me juist kracht.”
Kunt u zich voorstellen dat u ooit zult terugkeren naar Iran, of daar zelfs in vrijheid zou kunnen leven?
Ze lacht, bitter. „Ik mis Iran, maar ik weet niet of ik er nog zou kunnen leven. Ik hou van de vrijheid die ik hier heb. Van de mogelijkheid om met internationale teams te werken.
„Maar ergens houd ik de hoop dat ik ooit kan terugkeren. Ik zou graag het stukje van mezelf, het stukje Zar dat ik heb achtergelaten in Iran, terugvinden. Dat gehavende, verloren stukje van mij.”