N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ik doe iets goeds Veel mensen willen iets goeds doen. Deze week: oppasoma zijn van een dwergkeesje.
Dwergkeesje Mia heeft héél veel aandacht nodig, zegt haar baasje Leonie Koppes (34). Misschien omdat ze gehandicapt is. Mia liep een gebroken voorpoot op nadat een kleuter tegen de tas was gefietst waar Mia in zat. En daarna kreeg ze een aandoening waardoor de knieschijf van haar achterpoot er geregeld uitschiet. Omdat Koppes en haar vriend fulltime werken, meldden zij zich aan bij OOPOEH, een stichting die honden koppelt aan oppasoma’s- en -opa’s. En toen was er al snel een oplossing in de vorm van Tineke van Ravens (84), die Mia als een prinses behandelt.
Drie dagen in de week spendeert Mia bij Van Ravens, die boven een winkelcentrum in Den Haag woont. Een betere match is er niet. Mia is een aparte, zegt Van Ravens liefkozend met het hondje op haar schoot. Ze is heel klein. „Zie je mij al met een grote hond rondzeulen?” Ze blaft niet. „Ik heb een hekel aan geblaf.” En ze is een enorme treuzelaar die zich vaak op de grond laat vallen. „Dan kan je er een lontje in steken, maar die staat niet meer op.” Ideaal, vindt Van Ravens. Samen doen ze het lekker rustig aan.
Dat wil niet zeggen dat ze alleen maar op de bank zitten. Integendeel. Ze wandelen elke oppasdag, úrenlang. Althans, Van Ravens wandelt urenlang. Mia zit vooral op haar troon, een blauwe hondenbuggy die ze voor haar heeft aangeschaft omdat ze zo moeilijk loopt. Nadat Mia een lepeltje leverworst heeft gekregen gaan ze op pad, de buurt in. Mia is inmiddels een lokale bekendheid, zegt Van Ravens. Het liefst gaat zij naar Scheveningen. Uitwaaien aan het strand, een visje halen. „Ze lijkt wel een reïncarnatie van mijn man”, grapt ze.
Met hem, een bekende scheidsrechter die ook internationale wedstrijden floot, maakte ze vroeger eveneens lange wandelingen, vertelt Van Ravens. Maar na zijn overlijden ruim vier jaar geleden was ze daarmee gestopt. Haar zeventienjarige maltezer Mexi was ze ook al verloren, en een nieuwe hond nemen zag ze niet zitten. „Die moet ik dan ook ’s avonds alleen uitlaten, dat voelt niet veilig.” Het was haar kleindochter die voorstelde om zich bij OOPOEH aan te melden om de eenzaamheid tegen te gaan.
„Mia is mijn alles. Zoiets vind je nooit meer”, zegt ze geëmotioneerd als de journalist zo onaardig is om te vragen of ze weleens bang is dat Mia haar zal ontvallen. Een grote angst is het, dat haar hulp op een dag niet meer nodig blijkt te zijn. Maar voorlopig is dat niet geval. Een „win-win-situatie” is de oppasregeling volgens Koppes, die geregeld blijft eten. „Ik vind het fijn om te weten dat Mia in goede handen is.” Mia blijft af en toe zelfs logeren. Van Ravens: „Dan mag ze gezellig naast mij in bed.”