Israël gaat zijn ambassade in Ierland sluiten vanwege „het extreme anti-Israëlische beleid van de Ierse regering”. Dat heeft minister van Buitenlandse Zaken Gideon Saar zondag bekendgemaakt, meldt persbureau Reuters.
Saar verwijst naar het Ierse besluit om zich aan te sluiten bij de genocidezaak die Zuid-Afrika tegen Israël heeft aangespannen bij het Internationaal Gerechtshof (ICC) vanwege de vernietiging van het Palestijnse volk in Gaza.
Israël heeft zijn ambassadeur in Dublin al eerder teruggehaald, nadat Ierland in de lente besloot Palestina officieel te erkennen als staat. Dat deden Spanje en Noorwegen ook, net als in 2014 Zweden.
De Ierse premier Simon Harris heeft het besluit zondag op X „zeer betreurenswaardig” genoemd. „Ik verwerp de bewering dat Ierland anti-Israël is ten zeerste. Ierland is voor vrede, voor mensenrechten en voor internationaal recht”, aldus Harris. „Ierland wil een tweestatenoplossing en dat Israël en Palestina in vrede en veiligheid bestaan.” Ierland heeft een ambassade in zowel Palestina als Israël.
Lees ook
De Ieren voelen zich extra solidair met de Palestijnen vanwege ‘achthonderd jaar Britse bezetting’
Liveblog Crisis in het Midden-Oosten
Nederland mag wapens blijven exporteren naar Israël, maatschappelijke organisaties in ongelijk gesteld
Rusland is binnen drie tot vijf jaar in staat om NAVO-grondgebied aan te vallen. Dat zei NAVO-baas Mark Rutte maandag bij een toespraak in het Chatham House in Londen. Om zo’n aanval te voorkomen, moeten NAVO-landen volgens Rutte hun aantal lucht- en raketafweersystemen vervijfvoudigen, duizenden extra tanks en pantservoertuigen aanschaffen en miljoenen artilleriegranaten produceren.
Op 24 en 25 juni is de NAVO-top in Den Haag. Naar verwachting zullen de leiders van de 32 lidstaten daar akkoord gaan met Ruttes voorstel om de begrotingsnorm voor defensiebudgetten op te hogen naar 5 procent van het bbp. Dat was een eis van de Amerikaanse president Donald Trump, die zich al langer beklaagt over het gebrek aan Europese defensie-investeringen.
Eénkoppig publiek
Het extra geld is evenwel niet bedoeld om een „éénkoppig publiek” tevreden te houden, aldus Rutte. De afgelopen tijd hebben de militaire planners van het bondgenootschap bepaald wat er nodig is voor „een geloofwaardige afschrikking en verdediging”. Daaruit is volgens de NAVO-baas gebleken dat de NAVO-landen een „enorme sprong voorwaarts” moeten maken.
Rusland en China vormen volgens het bondgenootschap een groeiende bedreiging voor het Westen, en dat gevaar zal niet verdwijnen als de oorlog in Oekraïne eindigt. Rutte: „Rusland is zijn krijgsmacht aan het opbouwen met Chinese technologie. Het bouwt meer wapens, en op een hoger tempo, dan we dachten”. Hij benadrukte dat Rusland vier keer zoveel munitie produceert als alle NAVO-landen tezamen, terwijl het gezamenlijke bbp van die laatsten 25 keer groter is als dat van Rusland.
Het probleem is volgens de NAVO-baas niet alleen een gebrek aan investeringen, maar ook aan productiecapaciteit — zowel in de EU en Canada, als in de VS. Op dit moment heeft China een veel groter vermogen om bijvoorbeeld oorlogsschepen te bouwen dan het Westen.
Wensdenken
Niet geheel toevallig splitste Rutte in zijn voorstel de gewenste 5 procent op in 3,5 procent „traditionele” defensie-uitgaven, en 1,5 procent uitgaven aan bijvoorbeeld infrastructuur en industriële productiecapaciteit. Wat de NAVO-baas betreft moeten lidstaten bovenop hun investeringen in wapens en munitie ook hun „ondersteunende capaciteiten” verdubbelen. Als voorbeelden noemde Rutte logistiek, bevoorrading, transport en medische hulp.
„Wensdenken” zal de NAVO-landen niet beschermen, aldus Rutte. „We kunnen het gevaar niet wegdromen. Hoop is geen strategie. Daarom moet de NAVO een sterkere, eerlijkere en dodelijkere alliantie worden.”
In een reactie op de toespraak noemde Kremlin-woordvoerder Dmitry Peskov de NAVO een „instrument gebouwd voor confrontatie, dat nu zijn ware aard laat zien”. Volgens Rutte is de NAVO „nog altijd een verdedigende alliantie”, zo zei hij maandag. „Maar we zijn bloedserieus: als iemand ons aanvalt, zijn de consequenties daarvan verwoestend. Of het nu Rusland is, of wie dan ook.”
Lees ook
NAVO-eisen laten zien dat Nederland niet om radicale verhoging defensieuitgaven heen kan, en dat ligt politiek gevoelig
GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans zoekt de verbinding met het politieke midden deze verkiezingscampagne. „Wij willen een grote linkse volksbeweging zijn, dan zullen we de hand moeten uitstrekken naar de partijen in het midden”, zei hij op Tweede Pinksterdag tijdens de campagne-aftrap van GroenLinks-PvdA in Eindhoven.
Maar, zegt Timmermans ook, dat betekent niet dat de partij rechtse standpunten zal gaan innemen om meer kiezers in het midden te bereiken. „Hoe fermer we staan op onze linkse standpunten, hoe groter de kans is dat partijen die naar rechts zijn opgeschoven weer terugkomen naar het midden.”
Timmermans ziet voor zich dat, als GroenLinks-PvdA een goede uitslag heeft, de partij samen met de middenpartijen het land kan gaan besturen. De zaal, die verder enthousiast klapt voor zijn verhaal, blijft opvallend stil bij die laatste opmerking. Timmermans zelf is klaar voor een samenwerking met bijvoorbeeld de VVD van Dilan Yesilgöz, maar zijn achterban in de zaal lijkt er moeite mee te hebben.
De aversie bij de VVD tegen GroenLinks-PvdA is net zo groot: Yesilgöz en Timmermans zijn de afgelopen debatten hard en vaak met elkaar in botsing gekomen. Yesilgöz benadrukte de verschillen, en heeft meermaals gezegd dat zij samenwerken met Timmermans na de verkiezingen niet voor zich zag.
Zaterdag kwam er enige beweging in de koude verhoudingen tussen de twee partijleiders. Yesilgöz noemde in een interview in het Financieele Dagblad GroenLinks-PvdA „een normale partij” die inhoudelijk ver van haar afstaat, maar wel verantwoordelijkheid neemt „op hun manier”. PVV-leider Geert Wilders beschuldigt ze er juist van dat verantwoordelijkheidsgevoel te missen.
Lees ook
Lees ook: Yesilgöz noemt GroenLinks-PvdA een ‘normale partij’ en lijkt daarmee de deur naar samenwerking te openen
‘Sterkste schouders’
Tijdens de campagne-aftrap in poppodium Effenaar zijn enkele honderden GL-PvdA’ers aanwezig, van allerlei leeftijden – er lopen zelfs een paar kinderen door de zaal. Bij binnenkomst hebben de aanwezigen van de organisatie bordjes gekregen – met onder meer teksten als ‘To the left, to the left’, ‘Ik wil beleid’ en ‘solidariteit’. Het lijkt zo vooral een aftrap in de frisse stijl van GroenLinks.
Toch is de boodschap van Timmermans hier eerder die van de PvdA dan die van GroenLinks: met meer nadruk op economische en sociale kwesties dan op culturele vraagstukken. Wanneer tijdens de vragenronde een aanwezige aan Timmermans vraagt wat zijn prioriteit heeft, antwoordt hij: „De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten”.
Volgens Timmermans zijn de „dromen” van mensen aangetast: een betaalbaar huis, een fijne baan, een gevoel van saamhorigheid. „Als mensen het gevoel hebben dat die dromen onder druk staan, komen de nachtmerries.”
Timmermans zelf is klaar voor een samenwerking met bijvoorbeeld de VVD van Dilan Yesilgöz, maar zijn achterban in de zaal lijkt er moeite mee te hebben
Timmermans heeft het over de kiezers die vorige verkiezingen onder meer op de PVV stemden. Dat is een „hele grote groep Nederlanders die denken dat ze beter worden als ze anderen uitsluiten, dat is ze wijsgemaakt”. Volgens Timmermans verdient die groep „hetzelfde respect als alle andere Nederlanders”.
Ook staat hij even stil bij het aanhoudende Israëlische geweld tegen de Palestijnen. Het publiek klapt hard als Timmermans zegt dat Nederland moet zorgen dat „oorlogsmisdadigers als [de Israëlische premier Benjamin] Netanyahu voor de rechter” komen.
Lijsttrekker
Het lijkt misschien of Timmermans hier al als lijsttrekker staat, maar of hij GroenLinks-PvdA zal gaan leiden richting de verkiezingen, en daarna, is nog niet zeker. Hij wil graag door, maar tot 13 juni hebben ook anderen nog de kans om te solliciteren op de functie van partijleider. Timmermans verwelkomt „de interne dialoog” over het leiderschap en de inhoud, zegt hij.
Terwijl de campagne loskomt, kunnen de leden van GroenLinks en de PvdA tot donderdag 12 juni stemmen of de partijen gaan fuseren. Het lijkt erop dat een grote meerderheid van de leden de fusie wil. Maar, ook als er deze week een meerderheid is, zal het hele fusieproces zelf nog ongeveer een jaar in beslag nemen. Hoe dan ook zal GroenLinks-PvdA dus onder deze dubbele naam de verkiezingscampagne ingaan.
Lees ook
Lees ook: Initiatiefnemer Rood Vooruit: nieuwe sociaaldemocratische partij als PvdA en GroenLinks fuseren
Mogen buitenlanders die al lange tijd legaal in Italië wonen, zich eerder naturaliseren tot de Italiaanse nationaliteit? Dat was één van de vijf vragen waar Italianen zich zondag en maandag over konden buigen in een referendum georganiseerd door linkse oppositiepartijen, vakbonden en maatschappelijke organisaties.
Het referendum heeft het niet gehaald: slechts dertig procent van de Italianen trok naar de stembus, waardoor de drempelwaarde van vijftig procent niet is bereikt.
Dat is een overwinning voor de radicaal-rechtse regering onder leiding van Giorgia Meloni. De regering was faliekant tegen de nieuwe naturalisatiewet en riep Italianen op „naar het strand” te gaan en niet te gaan stemmen. Italianen konden ook stemmen over een aantal vragen omtrent arbeidsrecht, maar de kritiek van de regering richtte zich vooral op de naturalisatiekwestie.
Tien jaar zonder burgerschap
Momenteel kunnen immigranten van buiten de Europe Unie pas na tien jaar naturalisatie verzoeken. Ook moeten ze aan meerdere voorwaarden voldoen. Zo moeten ze een stabiel inkomen hebben, geen strafblad hebben en de taal machtig zijn.
De initiatiefnemers van het referendum vinden tien jaar te lang; in Frankrijk, Duitsland en Nederland is deze periode slechts vijf jaar. De initiatiefnemers benadrukken dat mensen die al jaren in Italië wonen, door de huidige wet bijvoorbeeld niet kunnen stemmen. Door de wetswijziging zouden naar schatting zo’n 1,4 miljoen immigranten, waaronder 284 duizend kinderen, Italiaan kunnen worden.
Maar dat gaat dus niet door. De initiatiefnemers verzamelden 500 duizend handtekeningen om de regering tot een referendum te dwingen. 25 miljoen Italianen hadden moeten opdragen, dat werden er zo’n vijftien miljoen.
De radicaal-rechtse regering van premier Meloni viert de uitslag nu als een signaal dat Italianen de regering steunen. Dat een referendum de opkomstdrempel niet haalt, is echter geen noviteit in het land. Sinds de Tweede Wereldoorlog waren er 72 referenda in Italië die de afschaffing van een wet beoogden. Daarvan haalde slechts iets meer dan de helft de benodigde opkomst.
Premier Meloni ging zondag zelf overigens wel naar een stemlokaal in Rome. „Uit respect voor de stembus”, verklaarde ze. Ze haalde haar vijf stembiljetten echter niet op, waardoor ook zij niet heeft bijgedragen aan het opkomstpercentage. Het is nog niet duidelijk hoe de mensen die wel zijn komen opdagen hebben gestemd.
Lees ook
Wie is het boegbeeld van de partij met fascistische wortels? Een profiel