‘Hoe laat ik mijn gevoelige kleuter wennen op een ouderwetse school?’

Moeder: „Ik heb een dochter van bijna vier jaar oud, een gevoelig, pienter en temperamentvol meisje. Toen ze twee was, ging ze twee ochtenden naar de peuterspeelzaal. Ze heeft daar maandenlang de hele ochtend gehuild. ’s Nachts kon ze niet slapen van de spanning. Ik heb haar er toen vanaf gehaald, en het weer opnieuw geprobeerd toen ze drie was. Dat ging beter! Binnenkort gaat zij naar de basisschool. Wij wonen in een dorp met één reguliere school, met een juf van de oude stempel: ze wil dat kinderen meteen fulltime meedraaien. Dat betekent voor mijn dochter een overgang van twee ochtenden op de speuterspeelzaal naar vijf dagen per week school. Ook mijn man is daar voorstander van. Niet te beschermend opvoeden, vindt hij. Mij lijkt het verstandig de schoolgang geleidelijk op te bouwen. Hoe breng ik dat? Ik weet dat mijn dochter het eerste jaar geen leerplicht heeft, maar ik wil ook niet meteen een ‘moeilijke moeder’ zijn die zeurt.”

Naam en woonplaats zijn bij de redactie bekend. De rubriek Opgevoed is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen. Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Geleidelijk wennen

Leonie Vreeke: „Overbeschermen is inderdaad niet goed. Het is niet verstandig om kinderen ervaringen te ontnemen. Maar dat doet u niet: u probeert uw verlegen dochter juist in stapjes aan nieuwe situaties te laten wennen. Dat lijkt me de juiste aanpak.

„Kinderen worden met verschillende temperamenten geboren. Zo’n 15 à 20 procent is wat angstiger, introverter en geremder dan gemiddeld. ‘Gedragsinhibitie’ heet dat in de wetenschap. Deze groep moet geleidelijk met nieuwe situaties leren omgaan. Zijn de stappen te groot, ontstaat er paniek. Gelukkig biedt ons leerstelsel daar ruimte voor, want er is inderdaad tot het vijfde jaar geen leerplicht.

„Uw dochter is al twee ochtenden op de peuterspeelzaal gewend, dus u kunt beginnen met een woensdag- en vrijdagochtend; gaat dat goed, zou u in dagen en tijden kunnen gaan variëren en na een maand evalueren hoe dat gaat. Zo’n opbouwschema is heel gebruikelijk op de meeste scholen.

„U kunt tegen de juf zeggen: ‘We willen graag een positieve overgang naar school, en onze dochter heeft wat meer tijd nodig.’ Wijs op het gezamenlijk belang: ‘We hebben toch niks aan een overstuur kindje in de klas? Of negatieve associaties met school?’ Mocht juf niet akkoord gaan, is er misschien een leidinggevende op school met wie u kunt praten?”

Kindgerichte aanpak

Liesbeth Groenhuijsen: „De vraag van een kind is: ‘Help mij iets te kunnen wat ik nog niet kan. Zonder mij te verwijten dat ik het nog niet kan.’ En wat heeft uw dochter hierin een goede moeder gevonden, die haar zo empathisch naar nieuwe ervaringen begeleidt. U heeft dat met haar op de peuterspeelzaal heel succesvol aangepakt. Dat ze op u mag vertrouwen, is de belangrijkste les die u haar kunt meegeven.

„Laten we de start van de basisschool vergelijken met zwemles. Je gooit het kind uiteraard niet meteen in het diepe, maar laat het van badje naar badje gaan. Deze juf zegt: ‘We gooien alle kinderen gewoon meteen in het diepe.’ Daarmee negeert ze niet alleen de verschillende persoonlijkheden in haar klas, maar ook de richtlijnen van ons leerstelsel.

„Als deze houding tekenend is voor de hele school, is het de vraag of dit de beste omgeving voor uw dochter zal zijn. Want er gaan nog heel veel momenten komen die voor een gevoelig kind spannend zijn: gymles, een schoolreisje. Is daar dan begrip voor? Zou het, de voor- en nadelen afwegend, een idee zijn te kiezen voor een meer kindgerichte school een dorp verderop?”

Leonie Vreeke is als universitair docent ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden gespecialiseerd in angst bij peuters en kleuters. Liesbeth Groenhuijsen is klinisch pedagoog.

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.