Gaat Donald Trump al op de eerste dag van zijn presidentschap „het mooiste woord uit het woordenboek” gebruiken? Zo betitelde hij immers ‘tarieven’ tijdens zijn verkiezingscampagne. Hij sprak in november de belofte uit dat hij al op de eerste dag na zijn installatie nieuwe tarieven zou aankondigen.
Maandag is het zover. Wereldwijd kijken overheden en bedrijven gespannen toe of de nieuwe president inderdaad direct een handelsoorlog zal ontketenen door met onmiddellijke ingang hoge importtarieven vast te stellen. Doet hij wat hij zei? Of was het vooral de handige dealmaker Trump die hiermee dreigde, in de hoop zo een sterke onderhandelingspositie te krijgen voor de VS om gunstige handelsovereenkomsten te sluiten met de EU, China, Mexico en Canada?
Dát Trump met handelstarieven zal komen, is een zekerheid, hij deed het immers eerder ook, maar iedereen verkeert in het ongewisse over hoever zijn nieuwe regering durft te gaan. Tijdens zijn campagne zei hij dat hij een tarief van 60 procent op alle producten uit China en van 10 tot 20 procent op producten uit de rest van de wereld (inclusief bondgenoot Europa) goed voorstelbaar achtte. Zonder verdere details. Deze week berichtte persbureau Bloomberg op basis van anonieme bronnen dat de belangrijkste bewindslieden en hun adviseurs op de Amerikaanse ministeries van Financiën en Handel zouden werken aan een voorstel voor een geleidelijke invoering van tarieven die elke maand met steeds een paar procenten zouden worden opgehoogd.
Tijd als vriend of vijand
Het antwoord op de vraag welke tarieven Trump zal invoeren, is afhankelijk van welk doel hij nastreeft. Wil hij de Amerikaanse industrie beschermen tegen buitenlandse concurrentie en zo meer fabrieken behouden of terug zien te krijgen in de VS? Gaat het vooral om het terugdringen van het Amerikaanse handelstekort van meer dan 1.000 miljard dollar? Ziet hij tarieven als dekking om de inkomstenbelasting te verlagen? Is het een poging de Amerikaanse afhankelijkheid van China verder te verminderen? Of zet hij tarieven in als onderhandelingsinstrument om zowel bondgenoten als vijandelijke landen te dwingen zich naar de verlangens van Amerika te voegen? Een keuze tussen die vaak conflicterende doelen maakt groot verschil: gaan de VS tarieven opleggen aan alle landen, hoe hoog zullen ze zijn en voor hoe lang gaan ze gelden?
Eerst een andere, acute vraag: kán Trump wel grote haast maken? Of zit hij met juridische beperkingen, waardoor tarieven op ‘Day One’ domweg onmogelijk zijn? Dat zou nog wel eens per handelspartner kunnen verschillen, waarbij Europa meer tijd zal worden gegund dan China. „Europa heeft nog wel wat tijd om over een goede reactie na te denken”, denkt Simon Evenett. Evenett is hoogleraar internationale handel bij het International Institute for Management Development (IMD) en oprichter van Global Trade Alert, een onafhankelijke organisatie die wereldwijd handelsbelemmeringen in kaart brengt. Hij stelt dat Trump eerst een onderzoek moet openen naar wat Europa verkeerd doet en dat aan het Congres moet voorleggen, alvorens hij politiek en juridisch de ruimte krijgt om tarieven in te voeren.
Het juridisch systeem in de VS functioneert gelukkig nog
Zelfs als Trump de economische noodtoestand zou uitroepen om ad hoc tarieven te rechtvaardigen, waar hij ook mee gedreigd heeft, kan dat niet zonder het Congres daarbij te betrekken. „Het juridisch systeem in de VS werkt gelukkig nog en dat werkt hier vertragend. Dat geeft Europese bedrijven tijd en ruimte om zich voor te bereiden”, zegt Evenett.
Dat geldt niet voor China. Die onderzoeken zijn al in de eerste termijn van Trump uitgevoerd, zodat zowel Trump als zijn opvolger Joe Biden met instemming van het Congres importtarieven op Chinese producten als wasmachines, zonnepanelen en elektrische auto’s kon invoeren. Het is daardoor een formaliteit om die tarieven verder uit te rollen en op te hogen naar Trumps goeddunken.
Maar Europa kan wel degelijk verrast worden, stelt handelsexpert Ignacio Garcia Bercero van denktank Bruegel, in het verleden namens de Europese Commissie hoofdonderhandelaar voor het Transatlantische handels- en investeringsverdrag (TTIP): „Met een beroep op de economische noodtoestand kan het sneller gaan dan we nu denken, juist omdat ook het Amerikaanse Congres aan Trumps kant staat. De Europese Commissie moet wat dat betreft vanaf de eerste dag op alles voorbereid zijn.”
Pijn vooral voor de VS
Simon Evenett constateert dat er in de VS nauwelijks logisch nagedacht lijkt te worden over de tarieven. „Het is keiharde logica dat het land dat importtarieven invoert, daar zelf het hardst door getroffen wordt. Rondom Trump geloven mensen dat dit helemaal opgevangen zal worden door binnenlandse productie. Maar dat gaat in de praktijk niet werken.”
Ook Pinelopi Koujianou Goldberg, hoogleraar economie aan de universiteit van Yale en voormalig hoofdeconoom van de Wereldbank, denkt dat het voor Trump een balanceeract zal worden hoe de tarieven vorm te geven. Als de rekening te snel en te eenzijdig bij de Amerikaanse consument komt te liggen, is dat een risico voor Trump. „Veel Amerikanen zien niet in hoe belangrijk handel en open markten zijn voor de lage prijzen die ze nu in de winkel betalen. Maar duidelijk is wel dat die prijzen ertoe doen voor ze. Als de tarieven hoog zijn, is het onontkoombaar dat ze via hogere prijzen de consument raken. Dat kan deze regering zich niet veroorloven. Dat is waarom ze nu ook praten over geleidelijk verhogen van de tarieven met steeds enkele procenten, zodat de consument het niet echt merkt. En dat geeft ze meer tijd om te onderhandelen met andere landen. Als dat resultaat oplevert, kunnen ze net als de vorige keer een overwinning claimen.”
Dat de pijn van importtarieven primair in de VS gevoeld zal worden, constateerde ook het Nederlandse Centraal Planbureau eind vorig jaar. Internationaal econoom Gerdien Meijerink van het CPB: „Die importtarieven maken alles in de VS duurder, dat gaan consumenten daar voelen. En daarbij jaagt het de inflatie aan, waardoor de lonen in de VS omhoog zullen moeten, en waardoor Amerikaanse bedrijven zich uit de markt zullen prijzen vergeleken met bijvoorbeeld Europese concurrenten. Dat ga je vooral in de dienstensector zien.”
Alleen als ook productie naar de VS verplaatst kan worden, kunnen die prijsstijgingen deels worden vermeden. Maar voor Amerikaanse bedrijven zijn nieuwe fabrieken alleen aantrekkelijk als ze zelf hogere prijzen kunnen vragen, omdat de lonen in de VS hoger zijn. En de vraag is ook of bedrijven die investeringen aandurven. Dat heeft te maken met de zittingstermijn van de president, die voor beleidsonzekerheid zorgt. Als bedrijven ervan uit kunnen gaan dat de tarieven voor de lange termijn zijn, dan kunnen ze daarop anticiperen door bijvoorbeeld de productie naar de VS te verplaatsen. Maar een periode van drie, vier jaar is te kort voor bestuurders van bedrijven om enorme investeringsbeslissingen op te baseren, verwachten economen. „Zeker met een onberekenbare president als Trump”, zegt Evenett.
Amerikaanse bedrijven zullen hoe dan ook niet blij zijn dat de dollar als gevolg van de importtarieven in waarde zal stijgen ten opzichte van andere valuta, iets wat veel economen verwachten. Daardoor wordt niet alleen het leven in Amerika duurder, maar zal ook de export duurder worden, zodat ze minder concurrerend zijn op de wereldmarkt. En dat, zo verwachten economen, gaat ruimte bieden aan anderen.

Verplaatsing van productie
Houdt de wereldhandel stand? Om die vraag te beantwoorden is het goed om naar het verleden te kijken. De tarieven die Trump in zijn eerste termijn doorvoerde, hebben maar een geringe impact gehad op de wereldhandel. De wereldhandel is in zijn totaliteit ‘gewoon’ verder toegenomen, ook de export van ‘getroffen regio’s’ als China en de EU.
Sterker nog: juist de internationale handel van producten die waren getroffen door tarieven nam toe, zegt Goldberg, die met anderen de gevolgen van de tarieven tijdens de eerste termijn van Trump onderzocht. „Je zag dat andere landen zoals Vietnam en Maleisië de plek van Chinese producten konden innemen toen China werd getroffen door Amerikaanse importtarieven. Zij gingen niet alleen méér naar de VS exporteren, maar ook naar andere landen. Waarschijnlijk omdat ze investeerden in de productie voor de Amerikaanse markt, maar daarbij ook de schaalvoordelen kregen om goedkoper naar andere landen in de wereld te exporteren”, zegt zij. „Opvallend was het dat vooral landen profiteerden die al goed geïntegreerd waren in het wereldhandelssysteem, zoals in Oost-Europa en Zuid-Oost-Azië. Landen als India die nog niet goed zijn geïntegreerd, zagen hun export hierdoor niet stijgen.”
Kan de wereld een nieuwe ronde tarieven net zo makkelijk opvangen? Goldberg betwijfelt het. „Sommige mensen in de nieuwe regering zeggen juist dat ze om die ontwijking te voorkomen nu met tarieven voor alle landen zullen komen. Als dat gebeurt, zal de wereldhandel zeker afnemen en zullen landen als Vietnam en Maleisië hard geraakt worden. Als het hoofddoel van het handelsbeleid echter wordt om vooral China te raken, dan kunnen we het effect van verschuiving van handel opnieuw zien.”
Veel Amerikanen zien niet in hoe belangrijk handel en open markten zijn voor de lage prijzen die ze nu in de winkel betalen
Machtspolitiek
Hoe groot de schade van Amerikaanse tarieven zal zijn voor de wereldhandel, hangt sterk af van hoe andere landen reageren. In een publicatie schetste Evenett vorig jaar daarvoor vier scenario’s. Het kan zijn dat de VS vooral dreigen met tarieven en daarmee in onderhandelingen andere landen tot concessies proberen te dwingen. Een tweede mogelijkheid is dat de VS de tarieven instellen, maar andere landen niet reageren. Als andere landen wel met vergeldingsmaatregelen komen, is het de vraag of die alleen voor de VS gelden (scenario 3) of voor alle handelspartners (4).
De schade voor de wereldhandel is het grootst als andere landen inzetten op vergelding. De VS zijn zelf goed voor 13,5 procent van de wereldimport en 8,5 procent van de wereldexport. „Als politieke leiders zich inhouden, maar dat zal heel moeilijk voor ze zijn, dan is er nog enige kans dat de wereldhandel geen grote klap krijgt”, zegt Evenett. „Als de handelsstrijd beperkt wordt tot de VS en China, dan zullen alleen die landen het merken. Vergeet niet dat de handel tussen China en de VS maar 5 procent van de hele wereldhandel uitmaakt. De mogelijkheden om handel te verleggen zijn groot. Daarbij maakt het niet alleen uit of een land nu veel naar de VS exporteert, maar zeker ook in hoeverre de handel met andere landen in de afgelopen jaren is gegroeid. Dat kan je verzekeringsbeleid zijn tegen een onvoorspelbaar Amerika.”
Meijerink van het CPB zegt dat terugslaan met gelijke munt economisch ongunstig is. „Dit betekent dat je dezelfde negatieve gevolgen accepteert. Met elke actie die de handel inperkt, snijdt Europa zichzelf in de vingers.” Daarom zijn gerichtere ‘slimme’ reacties die de EU zo min mogelijk schaden beter.
Dat is puur economisch geredeneerd. Vanuit machtspolitiek is het lastiger om op de handen te zitten, denkt Garcia Bercero. De voormalig onderhandelaar vindt dat Europa hoe dan ook bereid moet zijn om terug te slaan, al is het maar om een betere onderhandelingspositie te hebben. Maar ook hij pleit voor tarieven die met name Amerikaanse bedrijven schaden omdat ze afhankelijk zijn van export naar Europa en voor producten die Europa makkelijk uit andere landen kan halen.
In eerste instantie zou Europa in gesprekken druk kunnen zetten om tarieven te voorkomen en onderlinge afspraken te maken, zonder afbreuk te doen aan internationale afspraken over vrijhandel. „De VS zouden Europa bijvoorbeeld kunnen verplichten meer Amerikaans vloeibaar gas (lng) te kopen, waar Trump al toe opriep, of de verlangde investeringen in defensie te besteden bij Amerikaanse wapenfabrikanten.
Ongeacht de uitkomst van die onderhandelingen zou Europa zijn handelsrelaties met andere landen sterk moeten verbeteren. Garcia Bercero: „Hoe beter de rest van de wereld erin slaagt om de handel open te houden, hoe kleiner het effect van de Amerikaanse tarieven zal zijn. Voor de EU geldt dat we de handelshorizon moeten verbreden. In die zin is het goed dat Europa net een handelsakkoord heeft gesloten met Latijns-Amerika [het Mercosur-akkoord], de onderhandelingen met Zwitserland zijn afgerond. En er lopen gesprekken met het Verenigd Koninkrijk. Ook met Zuid-Oost Aziatische en Afrikaanse landen zouden handelsakkoorden de vrijhandel moeten garanderen, en misschien zelfs met India.”
Evenett: „Als de rest van de wereld de Amerikaanse tarieven zo goed mogelijk negeert, dan is de schade het kleinst, dan vangt de rest van de wereldhandel de impact van die tarieven wel op. China kan alle export naar de VS in drie jaar vervangen door export naar de rest van de wereld. Een land als Nederland kan dat nog sneller. Duitsland niet, dat zal tot 2030 daarvoor nodig hebben.”
Juist die reactiesnelheid van China is een risico. „Als de deur naar de VS voor China dichtgaat, is er een kans dat ze onder kostenniveau op de Europese markt gaan dumpen, om in elk geval een markt te houden”, zegt Meijerink van het CPB. „Dat is goed nieuws voor de inflatie in Europa, en ook voor de Europese consument, omdat er hier goedkopere producten op de markt gaan komen. Maar voor Europese bedrijven in de maakindustrie is het slecht nieuws. Daar zal Brussel een antwoord op moeten hebben, zeker als China met oneigenlijke staatssteun die goedkope productie en export faciliteert.”
Ondanks het risico o Chinese dumping op de Europese markt, zou het volgens Goldberg relatief goed nieuws zijn als de VS alleen China met tarieven treffen. Vooral als het doel is om de Chinezen tot concessies te dwingen aan de onderhandelingstafel. „Dat ze eigenlijk het zelfde doen als de vorige keer, toen er uiteindelijk een handelsdeal werd gesloten en extra tarieven werden voorkomen omdat China beloofde meer Amerikaanse producten op de Chinese markt toe te laten, maar dan op een grotere schaal. Toen ging het vooral om agrarische producten uit de staten waar Trump veel steun heeft. Nu zouden bijvoorbeeld Big Tech en autobedrijven toegang tot de Chinese markt kunnen afdwingen. Er is veel waar Trump over kan onderhandelen. En als dat lukt, kan hij een overwinning claimen zonder dat Amerikaanse consumenten geraakt worden.”
Bedrijven verplaatsen productie
Ondertussen zijn volgens Evenett ook al bewegingen van bedrijven zichtbaar om zich voor te bereiden op de tarieven. Exporteurs sturen nu al containerladingen naar de VS vooruit, importeurs leggen al grote voorraden aan zolang de verwachte nieuwe tarieven nog niet gelden.
Een andere mogelijkheid is om andere productieplekken alvast in kaart te brengen. „Vroeger was Mexico daar de aangewezen plek voor”, zegt Evenett, „maar door met invoermaatregelen tegen het buurland te dreigen heeft Trump dat minder aantrekkelijk gemaakt. „Bedrijven moeten dus op zoek naar landen waar het vestigingsklimaat goed is en die wél een handelstekort met de VS hebben. Die zitten nog onder de radar van Trump.”
Europese sectoren die geraakt worden door de importtarieven, zullen dus aan de bak moeten, zegt Meijerink. „Hoe beter Nederlandse bedrijven in staat zijn hun handelsstromen te verleggen naar andere landen, des te kleiner de gevolgen zullen zijn. Het zal niet altijd makkelijk zijn, maar het kan.”
