Column | Onuitwisbaar

Maurits Hendriks belde mij. Of ik het nummer van Khalid had. Hij zocht een advocaat die de komende maanden een beetje tijd heeft. Waarom? Omdat Maurits, nu hij door Ajax op een losersvlucht naar huis is gezet, een aantal zaken goed geregeld wil hebben.

Hij wil bijvoorbeeld niet dat de Amsterdammers later gaan zeggen dat dat deze week verspreide persbericht gewoon slap gelul voor de bühne was. Dat ze over een tijdje niet gaan vertellen dat de veren, die hij in dat vodje in zijn hockeyhol gestoken krijgt, door hemzelf aangeleverd zijn. Hij wil ook nergens lezen dat er zowel door de F-side als de poenerige skyboxen een zucht van verlichting ging toen men hoorde dat hij eindelijk oprotte.

Wat hij wel wil lezen? Dat alle afdelingen binnen de Johan Cruijff Arena verdrietig waren. Vooral de dames omdat hij als directeur altijd keurig netjes zijn broek aanhield. Hij zou het ook leuk vinden als Ajax binnenkort wat foto’s verspreidt van een kilometerslange rij bij zijn afscheidsreceptie. En het hoeft niet bekend te worden dat er alleen maar kraanwater werd geschonken omdat de clubkas leeg is. Die 120 miljoen die hij heeft laten verdampen hoeft op dat feestje niet genoemd te worden. Dit ook op verzoek van een aantal bobo’s die daar dan rondlopen en weten dat ze even schuldig zijn.

En hij wil ook niet dat de titel Chief Sports Officer in de speeches belachelijk wordt gemaakt. Dat niet allerhande amateurcabaretiers daar de draak mee gaan steken en gaan vertellen dat iedere incompetente lamlul binnen een organisatie tegenwoordig onze ‘Chief Sports Officer’ wordt genoemd.

Verder vroeg hij of ik misschien nog een baantje voor hem wist. Ik zei dat Sophie Hilbrand bij de VARA een presentatiemaatje zoekt omdat haar vorige kompaan zomaar opeens is vertrokken. Verder heeft het Belgische FC Antwerp een tijdelijke vacature voor een directeur en in Suriname zoeken ze iemand die Desi in de gaten kan houden. Verder adviseerde ik hem om Rutte te bellen. Daar wil echt iedereen weg. En over functie-eisen hebben ze het daar niet meer. Daar hebben ze het eigenlijk nooit over gehad.

Tot slot vroeg hij of ik ons telefoongesprek wel een beetje geheim wilde houden. Ik zei dat ik dat zou proberen, maar dat ik er natuurlijk niks aan kan doen als ik op een goede dag gehackt word.

Dat begreep hij niet. Ik legde uit dat iemand in de toekomst in mijn computer zou kunnen rondsnuffelen en dat dit gesprek dan misschien boven water zou komen.

„Dit heb je toch niet opgenomen?”, vroeg hij angstig.

„Natuurlijk wel”, lachte ik.

„Hoezo?”

„Dat was het eerste wat Peter R. de Vries mij ooit leerde. Alles opnemen. Wel zorgen dat je een paar goede doofpotten hebt en een dik tapijt dat niet te gauw bobbelt. En een slimme zoon om de rotzooi op tijd te wissen. Dat dan weer wel”.

Ik hoorde totale verbazing en herhaalde: „Ik neem alles op. Zelfs de wekelijkse ruzies met mijn vrouw.”

Maurits werd woedend en vroeg waar ik de gore moed vandaan haalde om…

Ik onderbrak hem en vertelde hem dat ik als columnist van een kwaliteitskrant nou eenmaal op mijn hoede moet zijn. Zeker als er voetbalgespuis belt. Dat is een immoreel wereldje vol corrupte bestuursleden, graaiende zaakwaarnemers, liegende trainers, bluffende scouts en financiële adviseurs met nauwe banden met scharrelaars op de Maagdeneilanden en Dubai. En dat ze met dictatoriale staatjes als Qatar en enge gluipkoppen als Infantino geen enkele moeite hebben. Types die vinden dat je bij 40 graden Celsius prima kan voetballen. Of de naam Mislintat hem nog iets zei?

Witheet hoorde ik hem briesen dat ik hem moest zien als een consultant die zijn klus bij Ajax fantastisch geklaard heeft. Dat hij daar was binnengehaald door een gerenommeerd lid van de RvC. En hij belde alleen maar voor het nummer van Khalid.

Ik gaf het hem.

Toen vroeg hij of ik dacht dat Khalid duur was?

„Geen idee”, zei ik, „maar het moet wel contant!”