Hoe kun je minder last hebben van het verzetten van de klok? En zeven andere vragen over de wintertijd

1Sinds wanneer staan de klokken gelijk in Nederland?

Nou, dat is van oudsher helemaal niet zo vanzelfsprekend. In Nederland kennen we ‘pas’ sinds 1909 een bij wet geregelde uniforme tijd. Daarvoor had elke streek zo zijn eigen plaatselijke tijd, afgestemd op de stand van de zon boven de plaatselijk kerk. Tot op 1 mei van dat jaar heel Nederland overschakelde op één standaardtijd, de zogenoemde Amsterdamse tijd. Dat was nationaal gezien wel zo praktisch, gezien het spoorboekje van de trein en het versturen van telegrammen. Nederland hield daarbij zoals internationaal gebruikelijk was zijn eigen zonnetijd aan: onze uniforme tijd sloot dus nergens bij aan, en week af van reeds bestaande ijkpunten in Londen (Greenwich) en Berlijn. Zo liep de Amsterdamse tijd 19 minuten en 32 seconden ‘voor’ op Greenwich Mean Time (GMT).

Daar bleef het niet bij. Net toen men in heel Nederland wel zo’n beetje gewend was geraakt aan die Amsterdamse tijd, brak de Tweede Wereldoorlog uit. De Duitsers voerden in Nederland in mei 1940 net als in andere bezette gebieden de tijdzone van Berlijn in, ook wel bekend als de Midden-Europese tijd (MET). En die hanteren we tot op de dag van vandaag nog altijd.

2Waarom zijn we de klok gaan verzetten?

Dat heeft alles te maken met de economie. In de 18de eeuw stelde de Amerikaanse wetenschapper en staatsman Benjamin Franklin voor dat de inwoners van Parijs miljoenen kaarsen konden uitsparen als zij in de zomermaanden elke dag zouden opstaan bij zonsopkomst, al was zijn voorstel satirisch ingestoken. Pas ruim een eeuw later werd het idee opgepikt door de Britse uitvinder William Willett. Hij sprak in zijn pamflet De verspilling van daglicht over de voordelen van dergelijke besparingen en het vooruitzicht van „lange lichte avonden”.

Toch gaf besparing – en dan die van kolen – de doorslag toen Duitsland in april 1916 als eerste land de zomertijd invoerde, halverwege de Eerste Wereldoorlog. Een dag later volgde Nederland, waarbij de begin- en einddatum jaarlijks werden aangekondigd in de Staatscourant. Aan die eerste zomertijdregeling van Nederland kwam met de Duitse bezetting in 1940 een einde.

In het voorjaar van 1977 maakt de zomertijd een comeback, opnieuw om economische redenen. In de nasleep van de olieboycot van 1973 die Nederland in een diepe recessie stortte, werd het huidige systeem van zomer- en wintertijd in het leven geroepen. Het idee was om op die manier zo veel mogelijk energie te besparen door op zomerdagen langer gebruik te maken van het zonlicht, waardoor ’s avonds minder lampen hoefden te branden. Sinds de jaren 80 is de zomertijd Europees geregeld en houden alle EU-lidstaten dezelfde zomertijddata aan: eind maart een uur vooruit, en eind oktober een uur achteruit.

3Waarom verzetten we de klok ’s nachts?

Tja, dat halfjaarlijks verzetten van de klok. Het leverde in minder digitale tijden nogal eens verwarring op. Want moest ‘ie nou vóóruit, of toch àchteruit? Tegenwoordig gaat dat op je smartphone, pc en diverse andere digitale apparaten ‘automatisch’ terwijl je slaapt. Al zijn er natuurlijk nog voldoende plekken over (wandklok op batterij, ovenklok, het dashboard van oudere auto’s) waarbij je de tijd handmatig moet aanpassen, wat ook weer verwarring oplevert: want welke klok stond nou goed? Veel mensen verzetten hun klokken de volgende ochtend.

De kloktijd op je smartphone is dan al lang en breed gewijzigd op het vaste tijdstip dat daarvoor is gekozen: 02.00 uur in maart (uur vooruit) en 03.00 uur in oktober (uur achteruit). Midden in de nacht dus, wel zo handig om dit niet overdag tijdens werktijd te doen.

Dat het verzetten van de klok altijd in het weekend gebeurt, is niet volgens iedereen logisch. Dan hebben de meeste mensen vrij en dus de neiging om sowieso laat naar bed te gaan. Wat de voor velen toch al moeizame overgang naar de zomertijd op maandagochtend (de zogenoemde ‘sociale jetlag’) dubbel zo lastig maakt. Het extra uur vroeger opstaan komt immers bovenop het toch al naar later verschoven slaapritme. Bij het doordeweeks verzetten van de klok zou je vanwege werk of studie al tijdig opstaan. Het uurtje eerder opstaan is dan een kleinere stap, wat het aanpassen aan het nieuwe ritme zou vergemakkelijken, stellen tegenstanders. Ook speelt mee dat op de maandag na het verzetten van de klok gemiddeld meer auto-ongelukken gebeuren.

4Welke gevolgen heeft het spelen met de klok?

Het verzetten van de klok heeft invloed op de centrale biologische klok in onze hersenen, zegt chronobioloog Marijke Gordijn. „Die interne klok regelt in een ritme van ongeveer 24 uur processen zoals je hormonen, hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur. Deze klok moet in de pas worden gehouden door blootstelling aan licht op een natuurlijk moment. Het is niet mogelijk om daar zonder gevolgen tegenin te gaan.”

En juist daar gaat het mis: we lopen in Nederland uit de pas. Behoorlijk uit de pas zelfs, zegt Gordijn. „Sinds het invoeren van de Midden-Europese tijd, onze wintertijd, leven we in Nederland in feite 40 minuten ‘ten westen’ van de meest ideale tijdzone: oftewel het moment waarop de zon om 12 uur boven Amsterdam staat. En sinds de invoering van de zomertijd in 1977 is dat in de zomer zelfs extreem ver: 1 uur en 40 minuten. De zon staat dan om 12 uur boven Griekenland en Oekraïne. We zitten in Nederland dus in de verkeerde tijdzone.”

Daarbij: het besparen van energie door het invoeren van de zomertijd is tot op de dag van vandaag nooit onomstotelijk vastgesteld. NRC checkte deze bewering in 2017, en destijds bleek dat uit onderzoeken geen eenduidige conclusies naar voren kwam. Dat geldt nog steeds: sommige onderzoeken tonen enige besparing aan, andere onderzoeken geen enkele of juist een toename van energiegebruik, nu meer mensen gebruikmaken van airconditioning.

Lees ook

NRC checkt: ‘Energiebesparing door de zomertijd is nooit bewezen’

NRC checkt: ‘Energiebesparing door de zomertijd is nooit bewezen’

5Kan je last hebben van het verzetten van de klok?

Waar de een ieder jaar weer blij is met langer avondlicht op het terras en het nog tot laat in de avond kunnen sporten in de buitenlucht dankzij de zomertijd, mort de ander over een verstoord ritme dat soms weken kan aanhouden. Kortom: we ervaren het dus individueel gezien anders. De meeste mensen zijn na vier tot zeven dagen wel gewend aan het nieuwe bioritme, maar er zijn ook onderzoeken die aantonen dat andere mensen dat na vier weken nog steeds niet zijn. Met name tijdens de zomertijd hebben zij de neiging om laat naar bed te gaan, terwijl ze er toch weer vroeg uit moeten. En daar kunnen sommige mensen slecht tegen.

Slaapwetenschappers zijn het erover eens dat het leven in de verkeerde tijdzone – het uit de pas lopen met de eigen biologische klok – ongezond is. Het verzetten van de klok zorgt aantoonbaar voor slaapproblemen bij een deel van de bevolking: zij slapen zo’n 10 procent minder efficiënt (en liggen dus langer wakker in bed). Echter: hoe groot dat deel van de bevolking is, weten we niet precies. Tegenstanders van de zomertijd zijn er genoeg, maar hoeveel mensen er daadwerkelijk last van hebben, is onbekend. Volgens Gordijn kan dit aandeel onder jongeren oplopen tot zo’n 25 procent, omdat zij vaak later naar bed gaan.

Op korte termijn zijn mensen die er last van hebben de dag erna moe, chagrijnig, minder geconcentreerd en hebben zij een groter risico op kleine ongelukjes. Daarbij geldt: hoe verder je jezelf ten westen van de natuurlijke tijdzone begeeft, hoe meer slaapverstoring er optreedt. Dat komt omdat ochtendlicht voor onze biologische klok belangrijker is dan avondlicht.

Daarbij is ook wetenschappelijk aangetoond dat slaapverstoring leidt tot ongezonder eten: mensen gaan vaker snacken en hebben minder zin om actief te zijn. Op de lange termijn is er zo een verhoogde kans op gezondheidsrisico’s: met name overgewicht, suikerziekte, hart- en vaatziekten en depressie. De meest recente correlatie die is aangetoond, is dat iemand bij een chronisch tekort aan slaap een groter risico loopt om dement te worden.

Lees ook

Permanente zomertijd is vier maanden jetlag

Permanente zomertijd is vier maanden jetlag

6Zijn er tips om je slaapritme aan te passen?

Naar de wintertijd gaan, is voor velen minder erg. Je kunt dan eind oktober een uur langer slapen en dat is meestal geen probleem omdat de biologische klok bij de meeste mensen – de zogeheten avondtypes – een periode heeft van iets meer dan 24 uur. Voor ochtendtypes is het advies van slaapwetenschappers om de vier dagen voorafgaand aan de klokwissel elke dag een kwartier later naar bed te gaan, ’s avonds het licht op te zoeken, en een kwartier later op te staan. Als je dat geleidelijk doet, val je de week erna gemakkelijker in slaap en word je ook weer goed uitgerust wakker.

Andersom is het lastiger: je moet dan eind maart je ritme immers ‘terugduwen’. Dat kan alleen door ervoor te zorgen dat je direct eerder naar bed gaat en ’s avonds de laatste twee à drie uur voor het slapen geen licht meer ziet. Terwijl het dan in de avond buiten juist langer licht is. Een advies is om ’s ochtends bij het opstaan direct de gordijnen open te doen, binnen één meter van het raam te gaan zitten en naar buiten te kijken, of om buiten te ontbijten. Als de zon nog niet op is, dan helpt voldoende kunstlicht ook om je interne klok te vertellen dat-ie te laat is. Maar aanpassing aan de zomertijd is in de praktijk ingewikkelder, omdat je de week ervoor eigenlijk dagelijks een kwartier eerder moet opstaan.

7Zou het verzetten van de klok niet worden afgeschaft?

Dat klopt. Een meerderheid van het Europees Parlement riep in 2018 de Europese Commissie op om in actie te komen na klachten uit de samenleving en diverse burgerinitiatieven. Dat gebeurde: de Commissie hield een open consultatie over het verzetten van de klok. Daar kwamen 4,6 miljoen reacties op, waarvan 84 procent aangaf voorstander te zijn van het opheffen van de omschakeling van zomer- naar wintertijd.

Maar er kwam direct kritiek. Het onderzoek bleek geen representatieve steekproef: 70 procent van de mensen die de vragenlijst invulden, kwam uit Duitsland (3,1 miljoen mensen). Ter vergelijking: slechts 27.000 Nederlanders vulden de lijst in. Ook de vraagstelling was volgens critici bevooroordeeld: mensen zouden vanwege de negatieve connotatie die de winter voor veel mensen heeft, eerder geneigd zijn om te kiezen voor de zomertijd.

Desondanks besloot destijds commissievoorzitter Jean-Claude Juncker dat de wisseling tussen de winter- en zomertijd moest stoppen in Europa. Hij kwam vervolgens met een wetsvoorstel om alle landen zelf te laten bepalen of zij voortaan permanent de zomertijd wilden hanteren, of permanent de wintertijd. Zoals gebruikelijk bij zo’n wetsvoorstel moet dit worden goedgekeurd door zowel het Europees Parlement als de Raad van de Europese Unie, het orgaan waarin de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten zijn vertegenwoordigd.

In maart 2019 ging het Europees Parlement akkoord met het beëindigen van het twee keer per jaar verzetten van de klok vanaf 2021. Die overeenstemming kwam er in de Raad echter niet: die wilde dat de Europese Commissie eerst een effectbeoordeling liet uitvoeren. Daarmee ontstond een patstelling, waarop de coronapandemie uitbrak. „Zolang er geen voorzitterschap is van de Raad dat het onderwerp weer op de agenda zet, blijft het voorstel op de plank liggen”, laat een woordvoerder van de Europese Commissie weten.

8Wat wil Nederland?

De toenmalige regering vond dat de Europese Commissie nooit duidelijk heeft aangegeven wat de voor- en nadelen van de afschaffing zijn. Nederland pleit ook voor een „diepgaande effectbeoordeling” door de Europese Commissie als de eerstvolgende stap richting een standpunt. Wel onderstreepte de Nederlandse regering destijds het belang dat de tijd bij ons en in de landen om ons heen zoveel mogelijk gelijk blijft, zonder hier overigens argumenten voor te geven.

In 2019 volgde op verzoek van de regering een literatuuronderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar de gezondheidseffecten van verschillende tijdinstellingen die ontstaan wanneer alle lidstaten stoppen met het verzetten van de klok. Hun conclusie: het blijkt beter te zijn voor de volksgezondheid wanneer Nederland het hele jaar door de standaardtijd (de wintertijd dus) zou aanhouden. „Voor de volksgezondheid zou het zelfs nog beter zijn als Nederland de tijd rond de nulmeridiaan in Greenwich (Engeland) het hele jaar door instelt; dat is 1 uur vroeger dan onze standaardtijd”, luidde de conclusie van het RIVM.

Chronobioloog Gordijn is het daar roerend mee eens. „Maar deze conclusie van het RIVM is in een la gelegd, zodat eerst kon worden gehoord wat andere lidstaten willen. Dat is best gek, als je het zelf goed hebt uitgezocht. Want wat is nu precies het economische belang dat je als buurlanden in dezelfde tijdzone zit? Het gezondheidsbelang is wél aangetoond.”


Klimaatverschuiving: die lange hete Franse zomers uit de jaren 70 vind je nu in Nederland

Het waren vaak kleine, tweedehands Kevers of Dafjes die in de zomermaanden in de file aan de grens stonden. Volgeladen tot de nok, soms grote pakken bagage op het dak. Veilig waren ze allerminst. De autootjes waren speciaal voor vakantie gekocht en mochten niet te veel kosten. Er mankeerde vaak van alles en nog wat aan. Maar toch waren ze op weg naar de Côte d’Azur, op weg naar het avontuur, de glamour van de Franse kust, en natuurlijk het mooie weer.

Waar Nederlanders in de jaren zeventig massaal zuidwaarts trokken, is het weer de andere kant op gereisd. De huidige Nederlandse zomer is steeds meer op de Franse zomer van weleer gaan lijken. In De Bilt, aardig representatief voor Nederland, lag tussen 2010 en 2019 de gemiddelde temperatuur van een etmaal – dus gemeten van 0:00 tot 24:00 uur – op 17,6 graden. Dat komt overeen, blijkt uit onderzoek van NRC, met de temperatuur in grote delen van Midden-Frankrijk in de jaren zeventig.

Voor de analyse gebruikte NRC gegevens van Copernicus, het aardobservatieprogramma van de EU. Dat verdeelt werelddeel Europa in vakjes van zo’n 30 bij 30 kilometer. Per vakje berekent het Copernicus-programma onder meer de gemiddelde temperatuur en de hoeveelheid gevallen neerslag in 24 uur. Die gegevens zijn beschikbaar voor de periode vanaf 1950 tot afgelopen jaar.

NRC berekende voor het gebied rond De Bilt de gemiddelde temperatuur en neerslag voor de zomermaanden tussen 2010 en 2019. Die zijn vergeleken met alle vakjes van heel Europa van de jaren zeventig: in welke gebieden leek het toenmalige weer het meest op dat in De Bilt van de afgelopen jaren? Hoe verschoof het zomerweer door klimaatverandering?

Eindeloze campingzomers in La douce France van de jaren 70.

Foto Richard Phelps/Getty Images

Deze week was een toonbeeld van die verandering. Wie in Nederland naar buiten moest, vooral dinsdag, zocht de schaduw op, van badgasten die zich naast de Scheveningse pier het water in lieten zakken, tot de schilder die een parasol meenam de hoogwerker in. In De Bilt mat men temperaturen van boven de 35 graden; sinds het begin van de metingen in 1901 kwam dat maar negen keer eerder voor. De kans op zulke warme dagen neemt toe door klimaatverandering, zegt KNMI-klimaatonderzoeker Peter Siegmund. Dat is niet alleen een gevolg van de directe opwarming door broeikasgassen, vertelt hij. „In de zomer is er ook een toename van de hoeveelheid zonnestraling in Nederland, doordat het minder vaak bewolkt is. Zo neemt de temperatuur ook toe.”

Verkoeling in de fontein

Nu is het niet zo dat de jaren zeventig geen warme zomers kenden. Wie het digitaal archief doorzoekt van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, vindt snel de beelden van volle stranden, van campings waar de tenten en caravans volgens het Polygoonjournaal „hutje bij mutje” stonden, van „stadsjeugd” die verkoeling zocht in vijvers en fonteinen. Soms was het zo warm dat „ook ouderen niet aarzelden” om de fontein in te duiken. „Eén ding staat vast”, klonk het op het Polygoonjournaal, „de zomer van 1975 zal de geschiedenis ingaan als een van de warmste sedert er in De Bilt begonnen werd met klimatologische waarnemingen.”

Maar zo goed was het weer niet altijd. Nederlanders mogen inmiddels gewend zijn geraakt aan warme zomers, klimaatonderzoeker Siegmund – zelf scholier in de jaren zeventig – zegt zich vooral „verregende jeugdvakanties” te herinneren. „We gingen altijd op vakantie in Nederland, naar Zeeland, of Bergen aan Zee. Altijd regen.”

Met 16,3 graden was de gemiddelde dagtemperatuur in het Nederland van de jaren zeventig 1,3 graden Celsius inderdaad lager dan in de jaren tien van deze eeuw. Maar het is juist meer gaan regenen in de zomermaanden: van dagelijks gemiddeld 1,9 millimeter toen naar 2,7 millimeter in de jaren tien.

Hoe dan ook: je kunt niet zomaar zeggen dat de Nederlandse zomers ‘dus’ natter zijn nu, stelt Siegmund van het KNMI. Ja, gemiddeld vallen er meer millimeters. Maar: het regent niet per se vaker, de intensiteit van de buien is vooral toegenomen. „Dat komt doordat het warmer is geworden. In warme lucht past meer waterdamp.” Gevolg: meer stortbuien, minder druilerige dagen.

Reis naar het zuiden

Ruim één graad is de zomerse temperatuur in Nederland dus gestegen in die vijftig jaar. Je zou ook kunnen zeggen: de warmte is vijfhonderd kilometer naar het noorden gereisd. En dat is niet alleen gebeurd in Nederland. In heel Europa is de temperatuur naar het noorden getrokken. In Midden-Frankrijk – dat in de jaren zeventig dus leek op het huidige Nederland – zijn de zomers nu grofweg zo warm als in het Noord-Spanje van de jaren zeventig, dat op zijn beurt de temperatuur van Zuid-Spanje heeft gekregen.

Bij regen ligt dat gecompliceerder. Ook daar zijn veranderingen te zien, maar die gaan niet allemaal één windrichting op. Met name rond de Noordzee valt er meer regen – van Bretagne tot Noorwegen, en ook in Nederland. Verder naar het binnenland is het droger geworden, terwijl het rond bergketens even nat blijft. Niet vreemd, zegt Peter Siegmund van het KNMI. „De wind slaat lucht met waterdamp tegen de bergen, waardoor het omhoog wordt geduwd. Hoger in de lucht koelt de waterdamp af, en dan gaat het regenen.”

Het KNMI verwacht dat Nederland de komende decennia nog warmer wordt: het land zal over dertig jaar lijken op het Frankrijk van nu. De zomers worden langzaam droger – het regent weliswaar wat meer, maar door de warmte verdampt nog meer vocht. „Als de grond droger wordt, neemt die meer warmte op. Als er een hittegolf overheen komt, betekent dat nog hogere temperaturen dan bij een minder verdroogde grond”, zegt Siegmund. Dat gebeurde ook in Frankrijk, waar het sneller opwarmt dan in het nattere Nederland. In 2050 is het klimaat in Nederland over het hele jaar – dus niet alleen in de zomer – als dat van het Bordeaux van nu.

Video: Polygoon-Profilti/Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Lees ook

NRC geeft tips