Booker Prize winnaar Shehan Karunatilaka: ‘Een waarheidscommissie zou goed zijn voor Sri Lanka, maar de wil ontbreekt’

Shehan Karunatilaka: „In Sri Lanka is er een samenhang tussen trauma en spookverhalen.”

Foto David Levenson/Getty Images)

Interview

Shehan Karunatilaka Spookverhalen zijn er om een trauma te verwerken, volgens Booker Prize winnaar Shehan Karunatilaka. „Sociologen hebben onderzoek gedaan en zagen dat er in Sri Lanka samenhang is tussen trauma en spookverhalen.”

‘Bij elk trauma in Sri Lanka is er een spookverhaal”, vertelt de Sri Lankaanse auteur Shehan Karunatilaka vanachter het computerscherm in zijn werkkamer in Colombo. Het boek De zeven manen van Maali Almeida waarvoor hij afgelopen najaar de Booker Prize kreeg, de prestigieuze prijs voor het beste in het Engels geschreven boek, is nu ook in Nederlandse vertaling verschenen.

De zeven manen speelt zich af in de Sri Lankaanse hoofdstad Colombo ten tijde van de burgeroorlog (die pas in 2009 eindigde) en draait om de keuzes die de fotograaf Maali moet maken. Het spookachtige: hij maakt die keuzes na zijn dood. Wat is het lot van de foto’s die hij maakte van de pogrom in juli 1983 waarbij in enkele dagen duizenden doden vielen in de stad en het tienvoudige aantal mensen dakloos werd? Welke beelden komen naar boven bij de periode die de boeken inging als ‘zwarte juli’? En hoe loopt het met Maali zelf af na zijn dood richting bovenwereld?

[/inzet]

De Booker Prize heeft het leven van Karunatilaka niet echt veranderd, vindt hij zelf. „Tenminste dat hoop ik. Ik zit nog steeds in de zelfde kamer waar ik de laatste zeven jaar in zat en ik hoop hier ook mijn volgende boek te maken.” Achter hem zie je gitaren staan, en als hij zijn scherm optilt en een rondje draait in zijn kamer zie je ook een drumstel en een keyboard. „Ik heb drie akoestische, een Fender Telecaster en wat basgitaren.”

Lees ook dit verhaal over literatuur uit Zuid-Azië

Het voordeel van de prijs is volgens Karunatilaka wel dat hij zich nu schrijver kan noemen. „Dat had ik eerst niet, toen was ik de freelance jongen die teksten schreef, een roman en een kinderboek”.

‘Zeven manen’ gaat vooral over een gruwelijke geschiedenis. Waarom koos u voor de vorm van een spookverhaal?

„Dat is vooral omdat mijn vorige boek Chinaman heel erg realistisch was, over een man die zich dood drinkt en waar veel cricket in voorkomt. Toen dat verscheen, moest ik opeens in sportpanels gaan zitten en commentaar leveren bij cricketwedstrijden, terwijl ik niets met cricket heb. Dus dacht ik: voor mijn volgende boek pak ik het helemaal anders aan. Ik ben altijd fan geweest van spook- en horrorverhalen. Bovendien zit elke cultuur vol spookverhalen.

„Sociologen hebben aangetoond dat er in Sri Lanka samenhang is tussen trauma en spookverhalen. In dorpen die bijzonder hard getroffen waren door de tsunami in 2004 ontstaan bijvoorbeeld verhalen over figuren die uit de zee kwamen. En in dorpen waar tijdens de oorlog mensen ‘vermist’ raakten, worden verhalen verteld over schreeuwen in de jungle. Dat vond ik interessant en daarom koos ik voor het spookverhaal. Er zit natuurlijk een rare twist in, want hier gaat het om een spook dat zijn eigen moord wil oplossen. In de meeste spookverhalen blijft het spook onzichtbaar en gaat het om hoe hij wordt ervaren.”

Ook in dit boek zit een hoop realisme, over de politiek en de oorlog.

„Ja, toen ik nadacht over het verleden bedacht ik me dat daar zoveel versies van bestaan, maar dat er niet écht naar gekeken wordt. Levende mensen komen steeds met nieuwe gebeurtenissen aanzetten, zoals de bomaanslagen in 2019, de economische crisis. Dus ik besloot nu eens de doden te laten zeggen wat ze ervan vinden. Deze vorm was een manier om de echte slachtoffers aan het woord te laten.”

Is het ook een manier om het verhaal niet al te confronterend te laten zijn? De burgeroorlog ligt bij velen ongetwijfeld nog vers in het geheugen. Deze vorm kan dan verzachtend zijn voor getraumatiseerde lezers.

„Ik weet niet of je kan zeggen dat de burgeroorlog nog vers in het geheugen ligt. En dat is ook precies ons probleem: we hebben de neiging te vergeten. Inderdaad, de oorlog eindigde nog geen 25 jaar geleden, maar we praten er niet veel over. Er zijn nog steeds veel mensen die lijden onder de gevolgen ervan, die nog steeds willen weten wat er met hun vermiste familieleden is gebeurd. Maar waarom zou je dat allemaal willen oprakelen, denken veel mensen. Gebeurd is gebeurd, en de jaren tachtig zijn al zo lang geleden, we moeten weer verder. Veel is onopgelost, maar de daders lopen vrij rond, er zijn nooit echt schuldigen aangewezen.

„Na de aanslagen van 2019, waarbij kerken en hotels werden opgeblazen, zag je hetzelfde. Het land verkeert in shock, er wordt onderzoek beloofd en niemand krijgt de schuld. En dan gaan we weer verder richting volgende catastrofe. Ons land zit metaforisch gezien vol spoken, die hun verdriet niet hebben kunnen verwerken. Dat is de achterliggende laag in het boek: omdat we geneigd zijn te vergeten, geven we het verleden geen plek en vervallen we in dezelfde fouten.”

En de zwarte humor in deze roman?

„Die hangt er deels mee samen, al ontstaat die ook deels vanzelf. Het is niet zo dat ik de roman schrijf en er dan grappen in stop. Maar in Sri Lanka lachen mensen ook als ze boos zijn. Het is een manier om conflicten te vermijden en situaties het hoofd te bieden. De burgeroorlog, na de tsunami en de aanslagen maken we er grappen over. Humor is een manier om te overleven, en om te gaan met het verleden.”

Zit in dat vergeten en verstoppen het verschil met westerse oorlogsromans? Die worden geschreven omdat we juist niet willen vergeten.

„Dat hangt denk ik meer af van de oorlog. Bij de Tweede Wereldoorlog is dat gemakkelijk, daarbij is het volstrekt duidelijk wie de good guys waren en wie de bad guys. Het narratief voor de Tweede Wereldoorlog is weer makkelijker dan die van de Eerste. Na de Oscarnominatie keek ik naar de verfilming van All Quiet on the Western Front, dan snap je al veel minder waarom die jongens in de loopgraven lagen. En dan heb ik het nog niet eens over al die gênante oorlogen die vanuit Europa zijn gevoerd. Of de oorlog in Jemen of Myanmar, daar zijn geen films over… Wel over de Vietnamoorlog, ik zag er een hoop tijdens mijn jeugd. Die gingen altijd over een Amerikaanse soldaat die zich schuldig voelde omdat hij zoveel mensen had vermoord en dan terugkeert om zijn daden goed te maken.

„Het idee is dat we ons met hem kunnen identificeren, dat we weten wie een goed hart heeft en wie niet. Dat is het probleem met de burgeroorlog in Sri Lanka: er zijn geen good guys. Dat is waarom er geen films zijn over die oorlog, bij gebrek aan helden. Hier is iedereen de slechterik, anders dan in jullie Tweede Wereldoorlog-films.”

De rode draad in uw roman zijn de foto’s die iedereen de ogen moeten openen. De bekende Sri Lankaanse fotograaf Lionel Wendt komt meermaals voor. Hij maakte echter alleen maar foto’s van de schoonheid van Sri Lanka. Waarom komt hij ter sprake?

„In de eerste plaats omdat een kunstencentrum in Colombo zijn naam draagt en dat was een belangrijke ontmoetingsplek in die jaren. Maar ook vanwege het contrast. Er zijn niet veel foto’s van de burgeroorlog, we hebben niet eens een officieel monument voor de mensen die in 1983 zijn omgekomen tijdens de pogrom. Op Facebook is er jaarlijks een herdenking waar we zeggen: laten we Zwarte Juli niet vergeten, maar elke keer worden daar dezelfde drie of vier foto’s getoond.

„Als je bedenkt dat de moorden dagenlang plaatsvonden en we niet eens een officieel dodental hebben, hoe weinig beeld er is, dan zit het me dwars dat de foto’s van de schoonheid van Sri Lanka zo overheersen. Wendt leefde in de eerste helft van de twintigste eeuw, toen Sri Lanka nog een kolonie was. Hij en zijn generatiegenoten hebben esthetische foto’s gemaakt, maar dan vraag je je af: wat is er gebeurd met alle foto’s van de gruwelijkheden?”

Hebben beelden meer effect dan woorden?

„Nou ja, terugkomend op de films: er is geen enkele film die een oorlog kan tegenhouden. Dat geldt ook voor het woord: Tolstoj schreef Oorlog en vrede, daar kan niemand overheen, maar zie waar Rusland nu staat. Van de rellen in 2022, waardoor de Sri Lankaanse regering viel, zijn genoeg foto’s. Die staan op internet en gaan niet meer weg maar in de jaren tachtig was dat natuurlijk anders. Als er geen foto’s zijn dan zal er meer vergeten worden. Aan de foto’s die er zijn, hebben mensen meer dan aan onbetrouwbare geschiedenissen of rare romans zoals de mijne. Neem de foto van het ‘napalm-meisje’ in Vietnam. Dat had een effect dat groter was dan welk verhaal ook over die oorlog. Maar ook die foto heeft de oorlog niet gestopt, die ging nog zes jaar door.”

De foto’s van Maali die u omschrijft in uw roman zijn enorm expliciet. Is dat ook om die reden? Vindt u de gedachte show don’t tell achterhaald?

„Nee natuurlijk niet. Show don’t tell was de eerste les in schrijven die ik kreeg. Maar soms aarzel ik over de effectiviteit. Bij een dramatische plotwending werkt dat wel, maar er zijn momenten waarop je gewoon nauwkeurig moet beschrijven wat er gebeurt. De gruwelen op de foto’s hebben plaatsgevonden, die komen niet uit mijn verbeelding voort.”

Een van de personages zegt dat je het verschil moet zien tussen vergeten en wraak, en dat iedereen het recht heeft zich te wreken. Kan kunst het verleden wreken?

„Wraak is een groot woord, en ik weet ook niet of je uit moet zijn op wraak en geweld als kunstenaar of schrijver. Kunst is denk ik wel in staat om in het reine te komen met wat er gebeurd is.”

Zou een waarheids- en verzoeningscommissie een goed idee zijn voor Sri Lanka?

„Ja, absoluut. We hebben het er al dertien jaar over, maar het komt maar niet van de grond. Het is ingewikkeld om aan te gaan, een stuk ingewikkelder dan zeggen ‘gebeurd is gebeurd en we gaan weer verder’. Ongeacht hoeveel mensen er in dit land nog met een trauma rondlopen, verwacht ik niet dat zo’n commissie er ooit komt. De politieke wil ontbreekt domweg. Na 2009 leek het heel even dat er een commissie zou komen om de verhalen vast te houden en de trauma’s te verwerken. Maar de politici lijken te hebben gekozen voor het langzaam laten afsterven van die verhalen.

„In plaats van te verbinden door dat verleden, worden minderheden juist nadrukkelijker weggezet omwille van electoraal gewin. Hier kan kunst een rol spelen, met theater, films, romans en verhalen. Dat is ook wat sommigen van ons proberen. Maar hoe langer je wacht des te ingewikkelder het wordt. Als je lang genoeg wacht ontstaat er mythevorming.”

Maali moet in het hiernamaals kiezen tussen vier drankjes die elk een permanente keuze inhouden: vergeten, onthouden, de wereld vergeven of vergeven worden. Welke zou u kiezen?

„Die is echt moeilijk. Ik zou het niet weten, dat weet je pas als je daadwerkelijk daar staat.”

Ik kan me niet voorstellen dat een auteur als u kiest voor vergeten.

„Daar heb je denk ik gelijk in. Weet je, mijn vader heeft Alzheimer, en ik weet niet of dat erfelijk is, maar dat lijkt me het vreselijkste: dat je woorden door elkaar gaat halen, dat je alles vergeet en dat je je gedachten niet meer kan ordenen. Tegelijkertijd, als je te veel gezien hebt, dan is vergeten misschien juist de beste optie in de hoop dat je terugkeert naar onwetendheid.”

CV

Shehan Karunatilaka (1975) werd geboren in Galle, Sri Lanka en groeide op in Colombo. Hij studeerde in Nieuw Zeeland, leefde een tijd in Londen, Amsterdam en Singapore. Inmiddels leeft en werkt hij weer in Colombo. Voordat zijn debuut uitkwam schreef hij popliedjes, advertentieteksten en reisverhalen.

Zijn debuut, Chinaman: The Legend of Pradeep Mathew won de Commonwealth Book Prize. De roman vertelt het verhaal van een alcoholische, stervende journalist, die op zoek gaat naar de vermiste cricketspeler Pradeep. Het verhaal over cricket vertelt in feite vooral over de geschiedenis van Sri Lanka.

Zijn tweede roman De zeven manen van Maali Almeida werd in 2022 bekroond met de Booker Prize