N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Songfestival De twee artiesten zijn bij elkaar gebracht door voormalig Songfestival-winnaar Duncan Laurence en liedjesschrijver Jordan Garfield. Het nummer waarmee ze optreden wordt later bekendgemaakt.
Zangduo Dion Cooper (28) en Mia Nicolai (26) vertegenwoordigt Nederland volgend jaar op het Eurovisie Songfestival in de Britse stad Liverpool. Dat heeft de door omroep AvroTros samengestelde selectiecommissie dinsdag bekendgemaakt. Voormalig Songfestival-winnaar Duncan Laurence en liedjesschrijver Jordan Garfield hebben de twee bij elkaar gebracht. Ze schreven met z’n vieren een nummer dat „grote indruk” heeft gemaakt op de selectiecommissie. Dat nummer wordt later uitgebracht.
Nicolai en Cooper zijn relatief onbekende muzikanten. Volgens de selectiecommissie is Nicolai „echt opgegroeid met muziek”. Ze debuteerde in 2020 met de single Set me free, die . Haar inspiratie vindt ze in artiesten als David Bowie. Cooper omschrijft zijn stijl als „classic rock meets singer songwriter, oftwel Bryan Adams meets Harry Styles”. Het duo kent elkaar nu twee jaar en spreekt van „een geweldige kans” om op het Europese podium zijn „verhaal te vertellen”.
Het Songfestival vindt normaal gesproken plaats in het land van de winnaar van de vorige editie, in dit geval Oekraïne. Omdat het vanwege de oorlog in het land onmogelijk is om het festival veilig te organiseren, is in overleg met Oekraïne en organisator EBU besloten om uit te wijken naar het Verenigd Koninkrijk. De halve finales vinden plaats op 9 en 11 mei, waarna op 13 mei de beste nummers in de finale worden vertolkt.
Sinds 2013 bepaalt een selectiecommissie wie Nederland afvaardigt naar het Eurovisie Songfestival. Deze bestond dit jaar uit Eric van Stade (algemeen directeur AvroTros), televisiepresentator Cornald Maas, commentator en zanger Jan Smit en radio-dj’s Sander Lantinga, Carolien Borgers en Hila Noorzai.
PVV-leider Geert Wilders heeft vrijdagavond op X afkeurend gereageerd op het voorstel van premier Dick Schoof om een ’totaalpakket’ met de oppositiepartijen af te spreken naar aanleiding van de kritiek op de kabinetsplannen. „Dat gaan we zeker niet doen”, schrijft Wilders. „We hebben als PVV al genoeg water bij de wijn gedaan.”
Schoof zei vrijdag tijdens het wekelijkse NOS Gesprek met de minister-president dat hij alle onderwerpen waar de oppositie moeite mee heeft, in één pakket wil bespreken. Op dit moment beperken de onderhandelingen zich tot de bezuinigingen op onderwijs, maar Schoof wil daar ook onder meer de gesprekken over ontwikkelingshulp en zorg aan toevoegen. „We kunnen niet week in week uit dezelfde discussie krijgen”, zei hij daarover.
Het kabinet heeft de afgelopen maanden al meerdere keren plannen moeten aanpassen. Zo heeft de minister toegezegd een alternatief te zoeken voor de btw-verhoging op cultuur, media en sport en moet de onderwijsbegroting opnieuw onder de loep worden genomen. Het kabinet-Schoof is gedwongen tot het maken van afspraken met de oppositie, omdat de coalitie van PVV, VVD, BBB en NSC geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Kabinetsvoorstellen kunnen zonder genoeg steun van de oppositie dus sneuvelen in de senaat.
Lees ook
De coalitie van het kabinet-Schoof bestaat alleen nog maar op papier
De Vlaamse tv-presentator Tom Waes (56) is in de nacht van vrijdag op zaterdag ernstig gewond geraakt bij een verkeersongeval. Dat bevestigt zijn management tegenover de Belgische omroep VRT. Hij is in kritieke toestand naar het ziekenhuis vervoerd, maar zou inmiddels buiten levensgevaar verkeren.
Waes botste net voor de Kennedytunnel op de Antwerpse ring met zijn auto tegen een een zogeheten botsabsorbeerder, dat daar stond om wegwerkzaamheden aan te geven. Hij zat bekneld en moest door de brandweer uit het voertuig worden bevrijd. Nadien is hij door hulpdiensten gereanimeerd. Bij het ongeval waren geen andere voertuigen betrokken.
Waes is in Nederland vooral bekend door zijn programma’s Reizen Waes, Kamp Waes en Het verhaal van Vlaanderen. Ook speelde hij als acteur in de succesvolle Netflixserie Undercover.
Aanvankelijk leek het bezoek van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Noël Barrot aan Tsjaad zonder strubbelingen te verlopen. Vooraf roemde het Élysée het Centraal-Afrikaanse land nog als een „oude en belangrijke partner”. Tijdens het bezoek werd geen woord gerept over mogelijke fricties. Maar de opmerking van de Tsjadische president Mahamat Idriss Déby dat „Tsjaad zeer gesteld is op zijn soevereiniteit” bleek later een teken aan de wand.
Barrot was donderdagavond nog maar net vertrokken of de Tsjadische minister van Buitenlandse Zaken Abderaman Koulamallah kwam met een verklaring die in Frankrijk waarschijnlijk met ongenoegen is gelezen: N’Djamena schort de defensieakkoorden met Parijs op. De minister spreekt van „een historisch keerpunt”. „Het is tijd voor Tsjaad om zijn volledige soevereiniteit te bevestigen en zijn strategische partnerschappen te herdefiniëren op basis van nationale prioriteiten.”
De timing is symbolisch: het besluit werd genomen op de 66e verjaardag van de Republiek Tsjaad. Het land, waar de publieke opinie zich net als in andere landen in de regio steeds meer keert tegen Franse invloed, staat bovendien aan de vooravond van verkiezingen. Frankrijk blijft „een essentiële partner”, maar volgens Koulamallah moet de oude koloniale macht erkennen dat het land „volwassen is geworden”. Hij belooft een „harmonieuze transitie” en benadrukt dat „dit besluit op geen enkele manier de historische banden en vriendschapsbanden (…) ter discussie stellen”.
Parijs reageert koeltjes. Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten kennis te nemen van het besluit, en stelt dat Frankrijk „voornemens is de dialoog voort te zetten”. Het is onduidelijk of de Fransen überhaupt geïnformeerd waren over de beslissing voor die wereldkundig werd gemaakt. Maar de gevolgen voor het land zijn groot: in Tsjaad staat de laatste Franse legerbasis van de Sahel-regio en er zijn duizend Franse militairen in het land gestationeerd. Het lijkt erop dat zij moeten vertrekken, hoewel nog onduidelijk is hoe en wanneer.
Historische banden
De aankondiging is zeer pijnlijk voor Frankrijk. Nadat onder andere Mali, Burkina Faso en Niger hun oud-kolonisator vorig jaar al de deur wezen, was Tsjaad overgebleven als dé partner van Frankrijk in dit deel van Afrika. Dit terwijl Rusland zijn macht in diezelfde regio steeds verder uitbreidt, onder meer door de aanwezigheid van Russische huurlingen in de landen waar de Fransen uit de gratie zijn gevallen.
Ook historisch gezien was Tsjaad zeer belangrijk voor Frankrijk — rijk vanwege zijn olievoorraden en strategisch gelegen in het hart van Afrika. Parijs gebruikte zijn woestijn voor militaire oefeningen en het land was talloze keren het startpunt van Franse militaire operaties in de regio. „Tsjaad is Frankrijks vliegdekschep in de woestijn en is cruciaal voor haar strategie in West- en Centraal-Afrika”, zei de Franse Afrika-kenner Rémi Carayol eerder tegen NRC.
Om de Franse belangen te beschermen, bleef Parijs na Tsjaads onafhankelijkheid in 1960 nauwe banden onderhouden met zijn problematische leiders. Onder wie de autoritaire Idriss Déby die Parijs middels meerdere militaire missies in het zadel hielp houden. Toen na diens overlijden in 2021 zijn zoon Mahamat Idriss de macht greep in wat velen beschouwen als een de facto coup, sprak president Macron zijn steun voor hem uit.
Liever Russen
Deze ‘dubbele standaard’ van Parijs voedde onder Tsjadiërs de al lang groeiende onvrede over de Franse aanwezigheid in hun land, die zij, net als hun Sahelburen ervaren als koloniaal en imperialistisch.
Voor Parijs is het besluit „een klap in het gezicht”, zegt Hoinathy Remadji, als onderzoeker verbonden aan het Institute for Security Studies in Ndjamena. Juist omdat het komt van een regime dat het al die tijd „met de ogen dicht” steunde. „Het toont hun onvermogen om zich aan te passen aan en te luisteren naar de lokale bevolkingen. Met hun steun aan impopulaire leiders, heeft Parijs zelf bijgedragen aan de roep om hun vertrek.”
Daar speelt Déby nu op in. Net als andere Sahellanden opent hij de deur voor nieuwe partners, waaronder Turkije, Hongarije en Rusland. Afgelopen januari vloog de president nog naar Moskou voor een bezoek aan Vladimir Poetin, die naar eigen zeggen de veiligheidssituatie in Tsjaad „nauwlettend in de gaten” hield. Door zich openlijk het hof te laten maken door Moskou, lijkt Déby partners als de Verenigde Staten en vooral Frankrijk uit te dagen.
Hoewel de aankondiging van de Tsjadische regering donderdagavond als een schok kwam voor analisten, wist Frankrijk dat zijn aanwezigheid in het land zeer gevoelig lag. Om beschuldigingen van neokoloniaal gedrag te voorkomen, bezweert Parijs al jaren dat Françafrique (het schimmige machtspolitieke en economische netwerk dat Frankrijk na de dekolonisatie opbouwde in zijn oud-koloniën in Afrika) niet meer bestaat. De Franse militairen zijn aanwezig „op uitnodiging van de lokale autoriteiten”.
En na Déby’s bezoek aan Moskou liet president Emmanuel Macron zijn persoonlijke gezant Jean-Marie Bockel onderzoeken hoe de Franse militaire afwezigheid kon worden afgebouwd. Zo wilde hij komen tot „een hernieuwd defensiepartnerschap (…) dat beantwoordt aan de behoeften die door onze partners zijn geuit en samen met hen is opgebouwd, met volledige eerbiediging van hun soevereiniteit”.
Volgens bronnen van persbureau AFP adviseerde Bockel het aantal militairen in Gabon en Senegal van 350 per land te doen afnemen tot zo’n honderd, in Ivoorkust van zeshonderd tot honderd en in Tsjaad duizend naar driehonderd. Het lijkt erop dat dit aantal nu naar nul gaat.
Als het aan de Senegalese president ligt, geldt dat straks ook voor zijn land, waar het ongenoegen over de Franse Afrika-politiek eveneens groot is. In een donderdagavond gepubliceerd interview met Le Monde zei Bassirou Diomaye Faye desgevraagd dat „het is niet zo dat omdat de Fransen hier sinds de slavernijperiode zijn, het onmogelijk is om het anders te doen.”