De Chinese overheid maakte deze week bekend dat de tweede economie ter wereld met 5,2 procent groeit. Een cijfer dat opnieuw keurig de officiële doelstelling haalt, alle handelsoorlogen en geopolitieke onrust ten spijt.
Maar economen nemen China’s officiële statistieken met een flinke korrel zout. Yasheng Huang, hoogleraar economie aan de gerenommeerde Amerikaanse universiteit MIT: „Ga er maar van uit dat het werkelijke groeicijfer minstens dertig procent lager uitvalt dan het officiële getal.” Dat blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek dat nachtelijke verlichting op satellietbeelden meet, een moeilijk te verhullen indicatie van economische activiteit. „Autoritaire regimes zijn geneigd hun cijfers op te blazen, China voorop.”
Huang was vorige week in Parijs bij een bijeenkomst van de Franse Asia Society en denktank Salzburg Global, gewijd aan de economische verhoudingen tussen China en Europa. NRC sprak met hem en verschillende andere experts over de economische tegenstrijdigheden in China. Hoe kan een supermacht die toonaangevend is in belangrijke technische ontwikkelingen zoals duurzame energie en elektrische auto’s, tegelijkertijd kampen met hoge werkloosheid, een grote schuldenlast en een op hol geslagen productiemachine? Dit zijn de zeven plagen van China’s economie.
1De vastgoedcrisis houdt aan
De langdurige crisis in de Chinese vastgoedsector leidt tot dalende huizenprijzen, uitgestelde investeringen en financiële stress bij bouwbedrijven en lokale overheden. Deze sector stuwde jarenlang China’s economische groei, maar zit langdurig in de problemen. Zowel vraag als aanbod in de huizenmarkt daalt nog steeds, zegt Weisi Xie, hoofdonderzoeker bij The Economist Intelligence Corporate Network in Shanghai. Volgens Xie neemt het tempo van die daling wel af vergeleken bij vorig jaar, maar houdt de huizencrisis nog minstens twee jaar aan. Burgers houden de hand op de knip, omdat hun huizen minder waard worden.
Grond is in China eigendom van de overheid, om de aanleg van snelwegen, vliegvelden en andere infrastructuur te vereenvoudigen. Chinese burgers zouden meer geld te besteden hebben als ze zelf grondeigenaar zouden kunnen worden, denkt Yasheng Huang. „Landen als Taiwan, Japan, Zuid-Korea en Vietnam bieden die mogelijkheid wel. Dat zou de grote inkomensverschillen tussen de mensen in steden en het platteland verkleinen, doordat mensen kunnen profiteren van de waardestijging van hun bezit.”

Bouwen van woningen in Hangzhou, in de oostelijke provincie Zhejiang.
Foto AFP
2De verborgen armoede
Staar je niet blind op de moderne miljoenensteden of de Gucci-tassen en dure horloges in de etalages in Shanghai, waarschuwt Huang. „Van de 1,4 miljard mensen in China wonen er 730 miljoen in buitengebieden, en 300 miljoen van hen werken nog op het land. Honderden miljoenen mensen hebben geen basisgezondheidszorg, er is amper sociale bescherming en veel mensen hebben geen vaste baan.”
De bevolking vergrijst snel en het aantal werkenden daalt, dus stijgen de kosten voor sociale zekerheid en zorg. De jeugdwerkloosheid is hoog, rond de 15 procent, al zijn de officiële cijfers diffuus, op zijn best.
De Chinese economie groeide jarenlang 8 tot 10 procent. Een prestatie van jewelste, vindt Huang, omdat veel mensen zo aan de armoede konden ontsnappen. Maar het land kwam de schok van de pandemie niet meer te boven; de coronacrisis was voor buitenlandse bedrijven reden om hun afhankelijkheid van China te verkleinen en investeringen terug te schroeven. Huang schat de economische groei dit jaar op slechts 1,8 tot 2,5 procent. Weisi Xie is optimistischer: hij denkt dat de Chinese groei dit jaar op 4,7 procent uitkomt en volgend jaar op 4,5 procent.
Lees ook
Lees ook: Interview – Door Trump zullen de VS de economische race met China verliezen”, zegt expert Kyle Chan
3De schaduwkant van staatssteun
China had na de financiële crisis in 2008 de kans om in een meer consumptiegerichte economie te veranderen, zegt Huang, maar de Chinese overheid koos ervoor om kapitaal te blijven steken in onroerend goed en technologie. „Ik denk niet dat Xi Jinping het economisch beleid na zijn aantreden in 2012 fundamenteel heeft veranderd. Wel legde hij nog meer nadruk op technologie en creëerde zo ook meer geopolitieke spanningen.” Het had tot gevolg dat de VS hun pijlen richtten op Huawei en China uitsloten van geavanceerde chiptechniek, waaronder ASML’s EUV-machines.
China subsidieerde de auto-industrie, een belangrijke economische motor. Terwijl het Westen vasthield aan brandstofmotoren, richtte China zich op de volgende generatie: elektrische voertuigen (EV’s) en superieure batterijtechniek.
„Vijf procent van de economie krijgt 95 procent van de aandacht en de meeste overheidssubsidies”, zegt Huang. Veel staatssteun komt op de verkeerde plekken terecht; achter een paar succesvolle namen – bijvoorbeeld autofabrikant BYD – gaat een schaduweconomie schuil van bedrijven die verlies draaien. Elke Chinese provincie heeft een eigen EV-fabrikant, een eigen zonnepanelenmaker en subsidieert datacenters die niemand gebruikt, zegt Huang: „Het is een systematische misallocatie van kapitaal. Het geld dat in zulke projecten is gestopt, wordt niet gebruikt voor nuttige doeleinden.”
China zou ook zonder staatssteun technologische successen boeken, stelt de hoogleraar. „Zeker als je bedenkt hoeveel technische studenten China jaarlijks voortbrengt en ziet hoe China verweven is met de wereldmarkt en westerse universiteiten.” Die internationale samenwerking staat nu wel onder druk door de geopolitieke spanningen.
Lees ook
Lees ook: Reportage – Dit is de Chinese strategie in de techoorlog: heel China draait straks op ‘Huawei Inside’
4De schulden drukken zwaar
China sleurde zijn bevolking de moderne wereld in, zegt Dan Wang, auteur van het boek Breakneck. Het land wordt geleid door „technocraten” die in een halsbrekend tempo grootschalige projecten bouwen. Wang noemt het voorbeeld van de provincie Guizhou in centraal China, waar elf vliegvelden gebouwd zijn die elk minder dan twaalf vluchten per week afhandelen. „En er zijn nóg drie nieuwe vliegvelden in aanbouw.”
Chinese provincies financieren zulke projecten met toekomstige inkomsten uit grondverkoop, maar die bron droogt op. Want de waarde van de grond in China stijgt niet meer als nieuwe investeringen uitblijven. Het systeem wankelt: de oplopende rentebetalingen op de hoge schuldenlast maken andere investeringen onmogelijk. Om faillissementen en sociale onrust te voorkomen is de centrale overheid begonnen de lokale schulden te herfinancieren.
Weisi Xie verwacht dat China het begrotingstekort van de centrale overheid dit jaar laat oplopen tot 4,5 of 5 procent van het bbp. Maar volgens het Internationaal Monetair Fonds is het werkelijke tekort, inclusief schuldenlasten van lokale overheden, meer dan 13 procent.
China maakt begrotingsruimte vrij om de economie te stabiliseren en stimuleren, bijvoorbeeld met subsidieprogramma’s. Zo kregen burgers afgelopen jaar korting als ze auto’s, airco’s of koelkasten kochten. Dit jaar gaat het om consumentenelektronica. Weisie Xie profiteerde er zelf al van: „Ik heb dit jaar een MacBook gekocht met twintig procent korting.”
De subsidies werken volgens Xie goed: elke renminbi van de staat zorgt voor 1,6 renminbi aan extra uitgaven. Dit jaar gaf de overheid hier omgerekend zo’n 40 miljard euro aan uit. Huang noemt de korting op elektronica een druppel op een gloeiende plaat. „De overheid zou dat geld beter kunnen besteden om burgers meer sociale bescherming te bieden – een beetje meer Europees.”

Vrachtschepen die worden geladen met containers in de haven van Lianyungang (provincie Jiangsu).
Foto AFP

In China geproduceerde auto’s in de haven van Nanjing (provincie Jiangsu).
Foto AFP
5De productie slaat op hol
De Verenigde Naties verwachten dat China in 2030 zo’n 45 procent van alle wereldwijde industriële capaciteit in handen heeft. Een onhoudbare situatie, want het land produceert veel meer goederen dan de binnenlandse markt kan opnemen en meer dan er te exporteren valt. Er valt niet tegenop te concurreren: Chinese windturbines zijn 30 procent voordeliger dan in de rest van de wereld, een vrachtschip bouwen kost in China maar een fractie van wat een Amerikaanse scheepswerf vraagt, en ook humanoids – menselijke ogende robots – zijn in China een slag goedkoper dan hun Amerikaanse tegenvoeters.
De Chinese productie van zonnepanelen is volledig doorgeslagen, die van auto’s ook. Harald Hendrikse van zakenbank Citi schat dat er dankzij China’s overtollige capaciteit 20 tot 30 miljoen voertuigen meer geproduceerd worden dan de jaarlijkse marktvraag van 85 miljoen auto’s. Het overschot drukt de prijzen en winstmarges. Xie: „Deze overcapaciteit creëert niet alleen een probleem op externe markten. Het drukt ook China’s eigen economie, omdat de autobedrijven hun producten zo laag prijzen. Dat stimuleert deflatie.” Het gevolg: consumenten stellen aankopen uit en de economie stagneert.
De centrale overheid wil dat provincies stoppen met subsidiëren van verlieslijdende kleine en middelgrote ondernemingen. Maar daardoor stijgt de werkloosheid, want de ontslagen fabrieksarbeiders kunnen nergens aan de slag. Daarom, zegt Xie, wil de centrale overheid de dienstensector stimuleren. „Om restaurants of cateringbedrijven te runnen zijn meer medewerkers nodig dan in de maakindustrie.” Dat past ook in Yasheng Huangs beeld van een meer diverse economie: China moet minder produceren, en meer zelf consumeren.
6De handelsoorlog verplaatst zich
De handelsoorlog die Donald Trump in april ontketende heeft tot nu toe weinig impact op de Chinese economie. Maar sindsdien is de Chinese export naar de VS wel gedaald, dus moet China zijn overschot aan goederen elders kwijt.
De EU onderhandelt deze maand in China, onder meer over Europese importheffingen op Chinese auto’s. Alicia García-Herrero van de Franse investeringsbank Natixis is sceptisch. „Wat valt er te onderhandelen? We hebben al een handelstekort van 400 miljard euro omdat China vrijwel niets van ons importeert. De Europese bedrijven die in China zakendoen zitten niet te wachten op zo’n deal – ze willen gewoon een gelijkwaardige behandeling en minder extreme concurrentie.”
Volgens Harald Hendrikse van Citi kan Europa de kunst afkijken van China. Zoals Volkswagen, dat in China een nieuw „superdynamisch” bedrijf bouwt: auto’s voor de helft van de kosten, in de helft van de tijd. Europa zou volgens hem de Chinese subsidiestrategie voor de auto-industrie kunnen kopiëren. „Het zou al schelen als alle 27 EU-landen hun subsidieregelingen voor auto’s harmoniseren, zodat Europese fabrikanten niet voor elk land een ander model hoeven te maken.”
Volgens Hendrikse moeten Chinese autofabrikanten wel in Europa gaan produceren om toegang tot de markt te houden – een investering die alleen de grote spelers aankunnen. „Maar Chinese automakers beseffen ook dat ze niet té succesvol kunnen worden in de EU. Want als de Europese auto-industrie volledig op zijn gat ligt, hebben de mensen geen werk meer en kopen ze ook geen nieuwe auto’s.”

Productielijn voor elektrische auto’s in Ruichang, in de centrale provincie Jiangxi.
Foto AFP

Robotarmen in een fabriek van FAW-Volkswagen, een joint ventrue in Tianjin van FAW en Volkswagen, die personenauto’s van het merk Audi en Volkswagen produceert voor verkoop in China.
Foto Zhao Zishuo/EPA/Xinhua
7Een giftige troefkaart
Terwijl China en de VS over importheffingen onderhandelen, zetten beide supermachten elkaar met exportrestricties onder druk. De VS knellen de export van halfgeleidertechnologie en AI-chips af, China zette de rem op de export van zeldzame aardmetalen en magneten. China domineert deze onmisbare ingrediënten voor de auto- en techindustrie; een troefkaart waar de VS niet aan kunnen tippen. Amerika probeert de eigen mijnindustrie op gang te helpen, onder meer met een nieuwe deal tussen het Pentagon en Apple. Maar de westerse wereld kan voorlopig niet zonder zeldzame metalen uit China.
Die dominantie heeft een wrange keerzijde, legt Dan Wang uit: „Zeldzame metalen zijn op zich niet zo niet zeldzaam, maar China is wel het enige land ter wereld dat bereid is de vergaande milieuschade van raffinage te accepteren.”
Bij de verwerking komen radioactieve en kankerverwekkende stoffen vrij die omwonenden vergiftigen, via het grondwater en de lucht. Gary Rieschel, van het Chinese investeringsfonds Qiming Venture Partners: „China wil deze waardevolle industrie binnen de landsgrenzen houden. Maar dat gaat ten koste van mensenlevens. Daar zouden de Verenigde Naties zich mee moeten bemoeien. Want pas als je dat ‘kostenvoordeel’ weghaalt – mensen vermoorden voor betaalbare raffinage – kun je een fatsoenlijke economische discussie voeren, over de beste plek om zeldzame metalen te verwerken.”
Lees ook
Lees ook: Reportage – Eén handdruk verwijderd van Xi Jinping: waarom de Brabantse Brainport een broertje in China bouwt
