Eerste bewoners van Paaseiland hadden rechtstreekse contacten met mensen 3.500 km verderop

Al ver voor de komst van de Europeanen hadden Polynesische bewoners van Rapanui direct contact met bewoners van Zuid-Amerika, een oceaanreis van 3.500 kilometer. Rapanui, ook bekend als Paaseiland, is het meest afgelegen bewoonde eiland ter wereld. Het eiland is vooral bekend door de opvallende grote voorouderbeelden (moai).

De nauwe, in ieder geval seksuele, contacten met Zuid-Amerika blijken uit analyse van het paleo-dna uit skeletmateriaal van vijftien archaïsche eilandbewoners. In die dna-analyses is ook van de vaak veronderstelde bevolkingsineenstorting in de zeventiende eeuw, (door wanbeheer van de natuurlijke hulpbronnen) geen spoor terug te vinden.

De conclusie is juist dat sinds de kolonisatie van het eiland door Polynesische zeevaarders rond 1200 Rapanui een gestage groei van gemiddeld 0,3 procent per jaar doormaakte. Pas eind negentiende eeuw maakte de bevolking van inmiddels 3.000 Rapanui wél een snelle val door tot amper 100 mensen, door een pokkenepidemie en door mensenroof door Peruaanse slavenhandelaren. De dna-analyse door een groot team onder leiding van J. Victor Moreno-Mayar (Universiteit van Kopenhagen) en Bárbara Sousa da Mota (Universiteit van Lausanne) is deze week verschenen in Nature.

Skeletmateriaal in Frankrijk

In nauw overleg met de huidige Rapanui is het dna gewonnen uit tanden en schedels van 15 Rapanui die bewaard zijn in het Franse Muséum national d’histoire naturelle. De dna-analyse was voor de lokale bevolking belangrijk omdat daarmee definitief kon worden vastgesteld dat het skeletmateriaal van Rapanui is. Waarschijnlijk zal nu een verzoek tot teruggave worden ingediend. De skeletten stammen uit de periode 1670-1850. Het eiland is al wel in 1722 bezocht door een Nederlandse zeevaarder, maar intens contact met Europeanen (met rampzalige gevolgen) kwam er pas in de tweede helft van de negentiende eeuw.

De contacten met mensen aan de Zuid-Amerikaanse westkust konden in het dna teruggerekend worden tot de eerste periode van de kolonisatie van het eiland, de periode 1250 tot 1430. Dat is af te leiden uit de grootte van ‘ongeschonden’ stukken Indiaans dna in de Rapanui-genomen: hoe groter, des te recenter de menging van de twee afstammingen. Door crossing-over worden die stukken per generatie kleiner. Al eerder was bij moderne Rapanui Indiaans dna gevonden, maar daarvan werd toen aangenomen dat het via Europeanen met deels Indiaanse afstamming op het eiland terecht is gekomen. Vroeg contact tussen Zuid-Amerika en andere Polynesische volkeren is al wel langer duidelijk, door de dna-analyses maar ook door Polynesische kippenbotjes in Zuid-Amerika en Zuid-Amerikaanse zoete aardappelen in Polynesië.

Kano’s en huizen

In het nu onderzochte oude dna-materiaal is geen spoor te vinden van een ineenstorting van de bevolking van het eiland in de zeventiende eeuw. Toen zou door roofbouw op de eilandnatuur in korte tijd de bevolking van 15.000 naar 3.000 zijn afgenomen, aldus de theorie die vooral bekend geworden is door het boek Collapse (2005) van Jared Diamond. Absolute bevolkingsaantallen zijn moeilijk te te reconstrueren uit beperkt dna-materiaal. Bij de vijftien Rapanui-genomen was het wel mogelijk om een populatiegeschiedenis met relatieve verhoudingen te reconstrueren. Dat gebeurt op basis van de frequenties waarmee in de genomen verschillende dna-segmenten wel of niet bij elkaar in de buurt liggen (‘linkage desequilibrium’). De conclusie daaruit was een gestage trage groei op die honderden jaren heeft aangehouden, precies wat je verwacht voor een gekoloniseerd eiland.

Niet alles ging goed op het eiland. In de loop van de eerste eeuwen zijn bijvoorbeeld alle bomen gekapt om huizen en kano’s te maken. Dat daardoor geen (grote) kano’s meer konden worden gemaakt, moet een enorme impact op de leefwijze van de eilanders hebben gehad. Maar welke ellende daar ook uit voortgekomen is, op de bevolkingsgroei van Rapanui had dat geen effect. „Die was veerkrachtig, ondanks de veranderende omgeving”, concluderen de onderzoekers. De ineenstortingstheorie is overigens al vaker onder vuur gekomen, door intensievere studie van historische bronnen en ook recent nog door de ontdekking van een fijnmazig net van tuintjes op het eiland.


Lees ook

Oude Paaseilanders slachtten elkaar niet af: geen moordwapens maar keukengerei

Mata’a: mesje, geen speerpunt