De fractievoorzitters van zeven oppositiepartijen roepen het kabinet gezamenlijk op om de elfjarige Armeense Mikael Matosjan en zijn moeder niet uit te zetten. In een opinieartikel in de Volkskrant schrijven de partijleiders maandagochtend dat „er geen wet is die het kabinet tegenhoudt Mikael in Nederland te laten blijven. Als het kabinet dat niet doet, is dit een politieke keuze – de verkeerde.”
Op 31 juli maakte de Raad van State bekend dat minister Faber (Asiel en Migratie) aan de in Amsterdam wonende Mikael en zijn moeder geen verblijfsvergunning hoeft te geven, doordat ze „door hun eigen keuze” te lang uit beeld zijn geweest van de betrokken instanties zoals de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Mikael is in Nederland geboren en nog nooit in Armenië geweest, en zei eerder tegen Het Parool dat de IND hem „net zo goed naar Ghana kan uitzetten, dat land ken ik even slecht als Armenië”. Na de uitspraak drong burgemeester Femke Halsema aan bij de minister om hem alsnog asiel te verlenen. Bij een ‘solidariteitsmars’ vanaf zijn basisschool liepen honderden mensen mee om steun te betuigen.
Het opinieartikel in de Volkskrant is afkomstig van Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA), Rob Jetten (D66), Jimmy Dijk (SP), Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren), Mirjam Bikker (ChristenUnie), Laurens Dassen (VOLT) en Stephan van Baarle (DENK). Zij wijzen erop dat minister Faber beweert dat ze wettelijk niets zou kunnen doen om Mikael en zijn moeder in Nederland te houden, maar dat is door experts ontkracht: de minister heeft wel degelijk de discretionaire bevoegdheid om in te grijpen.
Lees ook
Waarom krijgt de Armeense Mikael (11) géén verblijfsvergunning?