Column | Na regen komt nog meer regen

Soms, als je geluk hebt, lees je iets wat je hoofd in beweging zet. Zo denk ik al een tijd over een column van Janan Ganesh in de Financial Times. Ganesh schrijft over de mythe – in stand gehouden door wat hij het ‘advies-industriële complex’ noemt, de coaching- en zelfhulpsector – dat onze fouten herstelbaar zijn. We willen graag geloven dat we verkeerde beslissingen kunnen terugdraaien of dat ze via een omweg alsnog tot iets goeds leiden.

Maar dat klopt niet, zegt Ganesh. Ons leven is ‘pad-afhankelijk’: met elke beslissing sluiten we andere opties definitief uit. En hoe ouder je wordt, hoe meer dat geldt. Na een jaar de verkeerde studie te hebben gedaan, kun je nog iets anders kiezen. Maar een vijftigjarige literatuurwetenschapper wordt geen advocaat meer. Ze kan ook niet alsnog moeder worden – of omgekeerd: haar kinderen ongedaan maken. Dit is de hele reden dat de midlifecrisis bestaat. Ganesh: „De verrassing van midlife, en de schrik ervan, is hoeveel van je lot is terug te voeren op één vergissing”.

Zijn column resoneert bij mij omdat ik een lichte, neigend naar zware, obsessie heb met hoe ons leven ergens naartoe zeilt door zetjes op beslissende momenten. Een klein deel van onze keuzes heeft een onevenredig grote invloed op de koers van ons leven, zegt Ganesh terecht. Ik volg hem niet op het punt van de consequenties. Want hij doet alsof zo’n beslissing niet alleen het verschil bepaalt in praktische uitkomst, maar ook in levensgeluk. Alsof de keus om wel of geen kinderen te krijgen het verschil zou maken tussen een euforisch gezinsleven en een treurig kinderloos bestaan, of andersom.

In werkelijkheid hangt ons geluk van veel meer af. Deels van ons temperament, maar ook van ons vermogen om te leren leven met onze ‘fouten’. Daarvoor moet je een combinatie hebben van verantwoordelijkheidsbesef (‘ja, dat had ik anders kunnen doen’) en mildheid (‘maar dat betekent niet dat ik een rund ben’).

Ik denk dat die combinatie erg moeilijk is, en dat dat mede verklaart waarom we ons door het leven slaan met een heel pakket aan peptalk-achtige mythes. Mythes zoals die van Ganesh: dat er geen foute keuzes bestaan. Maar er zijn er meer. ‘What doesn’t kill you makes you stronger’ is er zo een (altijd in het Engels), net als ‘Echte liefde overwint alles’, ‘Na regen komt zonneschijn’ en simpelweg ‘Alles heeft een reden’. Allemaal onwaar. Mensen kunnen voor eeuwig verzwakt zijn door een tegenslag; echte liefde legt het soms af tegen andere waarden of praktische bezwaren; na regen komt vaak nog meer regen. En nog meer regen. En dingen gebeuren juist willekeurig, zonder groter plan.

De ergste in deze categorie vind ik ‘Je voelt het wanneer het goed is’. Mensen zeggen dit over een scala aan zaken, van je levenspartner tot je droombaan of -huis. Het suggereert dat er op het moment dat je ‘de juiste optie’ treft een rust over je neerdaalt: dit is het, hier heb ik altijd naar gezocht. Maar het miskent dat heel veel dingen goed en slecht tegelijk kunnen voelen, dat sommige dingen goed voelen maar toch buiten bereik zijn, én dat ook de dingen die in eerste instantie ‘mwah’ voelden de moeite waard kunnen blijken.

Bekijk je zulke spreuken goed, dan valt op dat ze uitgaan van waarheid of rechtvaardigheid: ze beloven dat er een objectief juiste keuze bestaat, of dat iets (het lot?) voor een eerlijke afloop zal zorgen. In die zin hebben ze iets religieus. ‘Je voelt het als het goed is’ is een hedendaagse variant op de goddelijke openbaring. Maar er is vaak geen objectief juiste keuze, en ook niet per se een rechtvaardige uitkomst.

Soms is het fijn jezelf voor de gek te houden , maar er schuilt wel een gevaar in dit soort spreuken. Ganesh is bang dat de overdreven positiviteit van de zelfhulpsector ertoe leidt dat mensen te lichtzinnig beslissingen nemen: het komt immers toch wel goed. Mij lijkt dat niet het grootste probleem. Mensen piekeren juist vaak te lang over een beslissing, en het zou helpen grote keuzes wat lichter tegemoet te treden. (Dit zeg ik ook tegen mezelf.) Erger lijkt me dat je vroeg of laat ontdekt dat de spreuken niet kloppen. Dat kan leiden tot teleurstelling, bitterheid, rancune: je bent verkeerd voorgelicht! Je wil de manager spreken, maar die blijkt er niet te zijn.

Mijn voornaamste bezwaar is dat de spreuken je niet leren omgaan met het onderliggende probleem: het doodenge besef dat er geen plan is, dat we ons leven zelf kunnen vormgeven, dat niet elke optie even goed is, en dat de betere keus zich soms pas achteraf openbaart. De echte levenskunst is niet om dat te ontkennen, maar om ons er niet door te laten verlammen.

Floor Rusman ([email protected]) is redacteur van NRC