Een internationale trein is een grensoverschrijding op wielen. En voor de intercity die vijfmaal daags tussen Berlijn en Amsterdam pendelt is dat nog meer het geval. De trein dubbelt namelijk in Nederland als reguliere Intercity en is zodoende ook zonder reservering of toeslag te betreden. Zo kan het gebeuren dat forenzen uit Apeldoorn of Hengelo zich aan het eind van hun werkdag langs hordes drinkende backpackers moeten zien te wurmen vooraleer ze een plek vinden om zichzelf en hun laptop uit te stallen. Ook kun je, in de ochtendspits, eenvoudig een reiziger treffen die bezig is zijn roes uit te slapen na een paar dagen Wereldstad.
Wie al wat langer van deze geneugten gebruikmaakt ziet overal sporen van verval. Met linten afgesloten coupés of rijtuigen, waarin de airconditioning niet meer aan kan of de verwarming niet meer uit. Een reserveringssysteem dat leider nicht meer funktioniert, waardoor de zielen die wel voor een vaste zitplaats kozen minutenlang door de gangpaden waggelen op zoek naar een zetel die ze nooit zullen vinden. En de bijna gegarandeerde teleurstelling van een stopcontact (zelfs in de Tweede Klas!) waar niettemin geen stroom uitkomt.
Toch kunnen weinig Nederlandse spoorervaringen de sensatie evenaren die je als treinforens uit het oosten des lands ten deel valt wanneer je tussen de wereldreizigers door van en naar je werk kachelt. Voor een deel zit de bekoring in het gevoel dat je in overtreding bent.
Waar anders kun je zomaar een internationale trein instappen zonder je maanden van tevoren van een geldig plaatsbewijs te hebben verzekerd? En het is ook de potentiële transgressie die lonkt. Het idee dat je gewoon in slaap kunt vallen om wakker te worden in Bad Bentheim, Minden of Hannover. Of, als je stevig doortukt, Berlijn zelf. De belofte van een onverwachte stedentrip is immer für Sie da.
Voor deze verslaggever, woonachtig aan het spoor in Deventer, is alleen al de aanblik van de trein die door zijn provinciestad rijdt reden om weg te dromen. Een vorm van Anerkennung bovendien, zeker toen station Apeldoorn een tijdlang wél werd overgeslagen en Deventer niet.
Maar de immer voortrazende vooruitgang vond onlangs, zoals dat gaat, ook de Intercity Berlijn – Amsterdam onder haar wielen. In ruil voor een klein half uur tijdswinst – de locomotiefwissel in Bad Bentheim werd geschrapt ten faveure van een snellere leaselocomotief van NS – is de BordBistro verdwenen.
Al het verval aan decorum ten spijt was de BordBistro tot eind vorig jaar nog een laatste bastion van spoorbeschaving. De papieren ornamenten rond de staander van je bierglas. Het formaat daarvan, sowieso, een Helles halve liter bitte. De magnetron die je binnen enkele minuten een degelijke Curry mit Pommes voor kon schotelen, terwijl de Veluwe aan je voorbijschiet. De verleiding van Milchkaffee uit echte mokken, met – toe maar – enige Süssigkeiten erbij.
En dat alles in een decor van jaren 90 formica houten meubilair met matglazen afscheidingen.
De statafels van deze mobiele Biergarten konden je op vrijdagmiddag het tevreden gevoel geven dat je de werkborrel van je Amsterdamse collega’s dan wel moest missen, maar als volgend jaar de opvolger van deze versleten IC zijn opwachting maakt in de dienstregeling zal alles vast en zeker luxueuzer zijn. Maar wie de BordBistro gekend heeft zoals die decennia door Duitsland en Nederland heeft geploegd die weet: alles wird besser, aber nichts wird gut.