Manlief, op leeftijd, heeft na veel wikken en wegen een elektrische fiets gekocht. En op veel aandringen van Jan en alleman toch ook een fietshelm.
Als we klaarstaan voor ons eerste gezamenlijke tochtje zie ik geen helm. Na een vraag van mijn kant is het antwoord: „Ja, ik heb hem wel bij me hoor, kijk maar, hij zit in de fietstas.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Hoe zou het zijn om niet vanuit een zaal naar een opera te kijken, maar zelf midden in een opera te staan; niet als passieve toeschouwer, maar als protagonist? Het antwoord op die vraag wil componist en operamaker Michel van der Aa zijn publiek geven met zijn nieuwe ‘VR-opera’ From Dust.
Michel van der Aa (54) is de operacomponist voor wie de techniek zich niet snel genoeg kan ontwikkelen. Hij gebruikt in zijn opera’s vrijwel altijd nieuwe technische snufjes, met name op gebied van interactief beeld. Bijvoorbeeld door een zanger live met zichzelf te laten zingen in zijn doorbraakwerk in 2003, een interactieve liedcyclus in 2015 en grote 3D-beelden die via een miniatuurhuisje op het podium tot leven komen in 2016. Hoe je spraak, zang en acteren kunt laten samenvallen met (live) video, pushte hij recent nog verder in The Book of Water en Upload. Die laatste gaf NRC vijf ballen.
Lees ook
In Van der Aa’s film-opera ‘Upload’ bereiken raffinement en techniek nieuwe hoogten
De VR-bril is geen nieuw technisch snufje, en Van der Aa maakte er ook al eens eerder gebruik van in zijn Eight in 2019. Maar From Dust is groter in verhaal en in oppervlak (ongeveer zes bij zes meter bewandel je onbewust), en heeft nog een paar andere technische nieuwigheden. NRC kon het werk halverwege oktober alvast ‘uitproberen’ in een zogenaamde bètatest in een flinke hal op het Westergasterrein in Amsterdam, waar Van der Aa en zijn team de opera op proefpubliek testen en zoeken naar mogelijke laatste verbeteringen. Vanaf 3 december is de opera een kleine twee weken te ervaren in De Doelen in Rotterdam. Een kaartje koop je voor een tijdslot, want een VR-opera ervaar je niet samen, maar één voor één.
Voor jou gemaakte wereld
Allereerst wilde Van der Aa in zijn nieuwe VR-opera geen eenvormig, lineair verhaal. De wereld waar je invalt moet jóúw wereld zijn. Daarom mag je niet meteen bij binnenkomst de VR-bril opzetten. Eerst krijg je een onboarding, een vraaggesprekje: ‘Hoe comfortabel ben je met mensen om je heen?’ ‘Doe je ogen dicht en stel je een ruimte voor waar je je niet fijn voelt; wat zie je?’ ‘En hoe ziet de plek eruit die je juist wel fijn vindt?’ De medewerker die de vragen stelt, typt je antwoorden mee in een computer. Daar zit de echte vernieuwing: AI verwerkt de antwoorden vervolgens tot beelden en stuurt die naar de VR-bril die op een tafeltje klaarligt. Als het AI-model het goed gedaan heeft (in de bètatest van NRC moet de onboarding tweemaal opnieuw, omdat het AI-model de antwoorden verkeerd begreep), kom je in From Dust langs je eigen werelden, is Van der Aa’s bedoeling. Ook de route in de virtuele wereld zal voor iedereen anders uitpakken: het verhaal is niet lineair, maar vertakt zich in keuzes die het vervolg van het vierentwintig minuten durende VR-verhaal beïnvloeden, zowel in beeld als muziek.
Een ander verschil met zijn eerdere VR-brilwerk heeft te maken met de zangers die je op je reis door de virtuele wereld tegenkomt. Want, vertelt Van der Aa na afloop van de test: „Het allerbelangrijkste van deze opera is dat je je door de zangers gezien voelt. Je moet voelen dat er mensen met jou in de ruimte staan.” Hij vroeg de zangeressen van vocaal ensemble Sjaella om zijn nieuwe muziek in te zingen, maar niet zomaar voor een microfoon; camera’s en sensoren legden hun gezicht en gescripte bewegingen vast. In From Dust zijn de zingende hoofden op een digitaal lichaam geplakt; langdurig millimeterwerk om dat realistisch te krijgen, vertelt Van der Aa.
‘Nog niet alles mogelijk’
Inderdaad zijn de zangeressen in de bètatest al goed herkenbaar. Ze leiden je op je pad en staan meermaals in een cirkel om je heen. Terwijl je rondkijkt en -loopt, verschuift het geluid in je koptelefoon realistisch mee. De onboarding-vraag ‘Hoe comfortabel ben je met mensen om je heen’ blijkt te bepalen hoe dichtbij ze staan. Als je aangeeft je maximaal comfortabel te voelen, naderen ze je op nog geen armlengte afstand. Van der Aa: „In eerdere tests bleek al dat de ervaring voor sommigen zo realistisch was, dat een zangeres die je voor je neus recht aankijkt, té intens is.” Daarom programmeerde Van der Aa en zijn team de zangeressen zo dat ze op die momenten precies langs je heen kijken.
Lees ook
Dizzy van de prikkels door VR-opera ‘Eight’
De vierentwintig minuten vliegen in de test voorbij en het is lastig de ervaring te omschrijven zonder al te veel weg te geven. Daarbij is één run eigenlijk te overweldigend om From Dust in één keer te bevatten: beelden, muziek, Engelstalige zang, je weg vinden door de virtuele wereld, alles vraagt je aandacht. Maar het beginbeeld alleen al is bijzonder: als je de bril opzet, zie je een bol pixels in je hand liggen (je kunt door de bril je handen zien). Die bol spat uiteen en vormen de zangeressen die je bijna de hele ervaring blijven toezingen: soms eentje bijna fluisterend dichtbij, soms met z’n zessen tegelijkertijd symfonisch opzwepend, maar op een bepaalde manier toch steeds vluchtig en geheimzinnig. Op je weg kom je langs de beelden die je in de onboarding opgaf: in deze test een concertzaal en een duinlandschap met zeevogels.
Twee jaar is Van der Aa er met een team aan bezig geweest. En nog ziet hij op de bètatest allerlei dingen die hij wil verbeteren: belichting, stereo-effecten, zelfs het wapperen van het haar van de zangeressen wil hij nog realistischer. „Nog lang niet alles is mogelijk, met name grafisch. We werken met de best beschikbare computers, maar vooral door al die vertakkingen is de wereld zo groot dat de computers nog niet alles realistisch aankunnen. Dat heeft ook te maken met timing. Een lineair verhaal is makkelijk met beeld en geluid te timen, maar deze wereld geeft allerlei keuzes. Op elk scenario moet de computer een antwoord hebben.”
Is zo’n VR-opera nou een gebbetje, of denkt Van der Aa dat hier serieuze toekomst in zit? Dat laatste. „Je kunt verhalen vertellen die je tot nu toe niet kon vertellen. Publiek als protagonist, in een persoonlijk decor, dat is nieuw. Maar ik zou niet alleen nog maar VR-werken willen maken. VR vervangt niet het prachtige ritueel van samen in een zaal zitten en naar een nieuwe opera te luisteren.”
From Dust gaat 3 december in première op de Immersive Tech Week in De Doelen in Rotterdam. Info: dedoelen.nl
Hoe je mensen omschrijft zonder fouten te maken of op tenen te gaan staan is tegenwoordig al een hele klus, met naast ‘hij’ en ‘zij’ ook ‘hen’ en ‘die’. Maar sommige elementen kunnen er ook wat van. Neem kalium, of potassium, zoals het ook wel heet. Welke voornaamwoorden dat element zelf verkiest is onbekend, maar de officiële naam is al een heel avontuur.
Wij noemen het alkalimetaal kalium, net als veel andere landen met een Germaanse of Slavische taal, maar in de Angelsaksische wereld en delen van Europa met Romaanse talen staat het element bekend als potassium. Dat was de naam die zijn ontdekker voorstelde, de Britse scheikundige Humphry Davy (1778-1829). Davy was een wetenschappelijke duizendpoot die ook tekende voor onder meer de uitvinding van een mijnlamp waarmee gevaarlijke gassen konden worden aangetoond (de davylamp). In 1807 had hij een primeur: het lukte hem om een metaal te isoleren door elektrolyse, een nieuwe techniek die toen furore maakte onder chemici. Met een serie batterijen wist Davy zuiver kalium vrij te maken uit kaliumhydroxide, die hij had verkregen uit pot-as, een zoutmengsel. Pot-as (in het Engels potash) ontstaat door verbrand hout of boombladeren te mengen met water en dat te verhitten. Vandaar de naam ‘potassium’.
Collega’s dachten er anders over. De naam ‘kalium’ deed toen al de ronde, door het werk van de Duitse chemicus Martin Klaproth. Tien jaar vóór Davy, in 1797, had hij het mengsel ‘pot-as’ ontdekt en geconcludeerd dat het een nieuw element bevatte, dat hij ‘kalium’ noemde maar niet kon isoleren. De naam ontleende hij aan het Arabische al-qalyah, ‘as van planten’. Toen het Davy met elektrolyse was gelukt, stelde zijn Duitse vakgenoot Ludwig Wilhelm Gilbert voor het kalium te noemen in plaats van potassium. De taalstrijd was nu een feit. In 1814 kreeg Gilbert bijval van de beroemde Zweedse chemicus Jacob Berzelius, die al een hele reeks elementen had ontdekt en geïsoleerd. Het schisma tussen de Angelsaksen, met aan hun zijde de Fransen, en de Germanen duurde voort. Het symbool K vond ingang, over de naam van het element werden de geleerden het niet eens.
Hitte of brand
Het past ook wel bij kalium/potassium, want het is een hoog-reactief element. In de natuur komt het dus niet in zuivere vorm voor maar in tal van verbindingen. Het reageert hevig met zuurstof en water, waardoor grote hitte of brand kan ontstaan. Olie op het vuur gooien mag dan geen goed idee zijn, petroleum over kalium is dat wél: om de explosieve reactie met water te voorkomen, moet zuiver kalium bewaard worden onder dempend petroleum. Ook contact met de huid kan schadelijk zijn, werken met kalium moet dus met handschoenen aan en gezichtsbedekking.
Mede door die hoge reactiviteit zijn de toepassingen van kalium legio. Kaliumnitraat wordt gebruikt in buskruit, kaliumcarbonaat bij de productie van glas, kaliumchloraat als oxidator in lucifers, kaliumchloride veel in kunstmest.
In het menselijk lichaam is kalium een van de elektrolyten en zorgt het onder meer voor de aanmaak van eiwitten en glycogeen. Voor voeding geldt een inname van 3.500 milligram kalium als de norm. Kalium komt voor in onder meer brood, aardappelen, melk en noten, groente en fruit – geen van alle explosief.
Bij gevechten in het noordwesten van Syrië zijn de afgelopen drie dagen zeker 27 burgers om het leven gekomen, onder wie acht kinderen. Dat heeft David Carden, VN- coördinator voor de Syrische Crisis, vrijdag laten weten aan persbureau Reuters. De Syrische rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) begon dinsdag ten westen van Aleppo met een offensief, waarna Syrische en Russische gevechtsvliegtuigen bombardementen hebben uitgevoerd.
Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn daarnaast zeker 215 rebellen en militairen om het leven gekomen. HTS zou zeker 135 mensen zijn verloren, het Syrische leger zo’n tachtig. Volgens de VN zijn meer dan 14.000 mensen op de vlucht geslagen vanwege het geweld. HTS is Aleppo tot op 2 kilometer genaderd en heeft vijftig dorpjes veroverd.
Carden zegt „zeer bezorgd” te zijn over de situatie in het noordwesten van Syrië, vlak bij de Turkse grens. „Burgers en civiele infrastructuur zijn nu doelwitten geworden”, aldus de coördinator. „Zij moeten beschermd worden door het internationaal humanitair recht.”
Het zijn de eerste serieuze pogingen van een Syrische strijdgroep om grondgebied te heroveren op het regime van Bashar al-Assad sinds 2020. HTS komt voor uit de Syrische tak van Al-Qaeda. Bij de Syrische burgeroorlog zijn sinds 2011 meer dan een half miljoen mensen om het leven gekomen.