Column | Weg met de mobieltjes

‘Mobieltje weg, en de pauze bruist weer’’, kopte de Volkskrant dinsdag juichend. Ik juichte uiteraard uit volle borst mee: eindelijk wordt er op onze scholen weer „minder gepest (via sociale media), meer gespeeld en gelezen”.

Dit is gebleken uit een door die krant uitgevoerde enquête waaraan door 228 middelbare scholen is meegedaan. Liefst 84 procent van de scholen neemt de richtlijn van de overheid (een dringend advies, nog geen wettelijk verbod) over om geen mobieltjes, tablets en smarthorloges meer toe te staan in de klaslokalen. De leerlingen kletsen sindsdien meer met elkaar, spelen samen spelletjes of lezen „soms tot verbazing van leerkrachten’’ een boek. Nu nog een krant, dacht ik er meteen bij, maar dat is vooral uit lelijk eigenbelang.

Bijna de helft van de scholen gaat nog verder dan het advies van de overheid: zij weren de mobieltjes niet alleen uit de klas, maar ook uit de pauzes. De leerlingen moeten ze in een kluis leggen of thuislaten. In het nieuwe schooljaar verdwijnen de mobieltjes ook uit het basisonderwijs.

Bruisende scholen, straks leesvaardiger scholieren die niet meer een mobieltje op schoot hebben, maar Ilja Leonard Pfeijffer of Tommy Wieringa – wat willen we nog meer? Een goede vraag, al zeg ik het zelf. Ik heb wel enig idee. Waarom zouden we ons met zo’n mobieltjesverbod tot het onderwijs beperken? Er wordt veel geklaagd over gebrek aan sociale cohesie in de moderne samenleving, mensen gaan elkaar uit de weg. Ze doen vaak alsof ze de ander niet zien en kruipen weg achter hun mobieltje. Vroeger had je nog wel eens een spontaan gesprekje in de trein of in de wachtkamer van de dokter, maar tegenwoordig slaat iedereen meteen na binnenkomst zijn ogen neer naar zijn mobieltje met de impliciete boodschap: sorry, ik ben niet aanspreekbaar. (Veel huisartsen hebben trouwens hun inloopspreekuur afgeschaft.)

Vreselijk jammer, want wat ging er nou boven zo’n nuttig gesprek waarin je allerlei medische weetjes over lastige eczemen en prikkelbare endeldarmen kon uitwisselen?

Ik geef toe dat je je ook vroeger al asociaal kon gedragen door je achter een krant of boek te verschuilen, maar dat is niet te vergelijken met de obsessieve mobieltjesmanie die zich van het openbare leven heeft meester gemaakt. Verkeersgebruikers mogen het mobieltje niet meer gebruiken – velen doen het nog wel, vooral als ik wil oversteken – maar hoe vaak word je niet op het trottoir gehinderd door iemand die zich, al bellend, dwars door jou heen probeert te verplaatsen, of de doorgang belemmert door stokstijf te blijven staan omdat zijn gesprek kennelijk een verbijsterende wending heeft genomen?

Ja, ons openbare leven zou aanzienlijk opknappen van een algeheel mobieltjesverbod. In de trein kun je weer een boek lezen en op straat is er weer veiligheid. En zullen we dan in één moeite door het mobieltje ook maar in de bioscoop verbieden zodat we weer ongestoord van de film kunnen genieten? Schrik niet, dit is nog maar het begin! Mag het getetter in die mobieltjes ook uit de kantoren en de huiskamers? We nemen gewoon weer zo’n ouderwetse bakelieten telefoon aan een draad die alleen ergens op een onverwarmde gang bediend kan worden.

Mobieltjes weg – en de wereld bruist weer.