Afgelopen week hadden we in Amsterdam twee stroomstoringen. Een saaie die overdag plaatsvond en een romantische in de avond. Het grappige aan de saaie waren de op drukke kruispunten gestrande trams waar allerhande elektrieke bakfietsmoeders zich scheldend langs moesten zien te wurmen.
Ik heb daar een kwartiertje met veel plezier naar staan kijken. Topamusement. De millennialmama’s dreigden allemaal te laat te komen bij hun peut, hun hot-yogales, de puppycursus van de labradoodle, de relatiemediator of het tik-tokrijtje bij de vega-koekjesjuwelier.
Ondertussen wilden er ook allemaal veel te brede auto’s langs. Ook een zaak die onze nationale aandacht verdient. De Nederlandse auto’s zijn te breed en kunnen hun forse kont nog amper keren in onze smalle straatjes en op de idyllische grachtjes vol obese toeristen.
De tweede stroomonderbreking was gezelliger omdat we ineens in het stikdonker zaten. En wat vooral lekker was: de televisie kapte ermee. Ik hoor nog bij de generatie die zo’n kreng in huis heeft. En hij staat vaker aan dan nodig. Binnen de kortste keren zaten mijn vrouw en ik aan een kaarsverlichte tafel met een mooi glas rood. Eindelijk weer eens een goed gesprek.
Waarover? Ik vroeg haar waarom ze mij regelmatig in elkaar mept. Dat doet ze ongeveer een keer per maand. Volgens haar vraag ik erom door mijn korte lontjesgedrag en hoort huiselijk geweld nou eenmaal bij een normaal huwelijk dat veel te lang duurt. Onze huisarts heeft haar ooit verteld dat dat meppen in de huiselijke kring volstrekt normaal is. Ook bij intellectuelen? Juist bij intellectuelen.
Opeens sprong het licht aan en begon ook de televisie weer te sputteren. Ik zag meteen dat ze het in Gaza ook niet makkelijk hadden. Hoewel? Daar hebben de Israëliërs de straten wel lekker breed gemaakt. De auto’s kunnen er gemakkelijk rijden en parkeren.
Ik schakelde de tv behendig uit. Dat praat makkelijker over ons overvolle stroomnet, de veroorzaker van de uitval. Ik hoorde op de radio dat we daar voorlopig maar aan moeten wennen. Net als aan het laagje water in de overvolle wijnkelder.
Volgens mijn beste vriend kunnen we in de nabije toekomst te maken krijgen met stroomstoringen van dagen. Misschien zelfs van weken. En volgens hem begint op die manier binnenkort de Derde Wereldoorlog. Met een gigantische stroomstoring. Hij veronderstelde dat de Amsterdamse storingen van maandag en dinsdag misschien wel try-outs van Poetin waren. De storing op het Centraal Station van Utrecht was dat zeker. Schiphol is binnenkort aan de beurt, daarna de Rotterdamse haven en dan hebben de Russen het aanvalsplan rond.
Er ratelde ondertussen van alles door mijn hoofd. Elektrieke auto’s bij dooie oplaadpunten, E-bikes met lege batterijen, ziekenhuizen die op aggregaten draaien en natuurlijk de overvolle ijskasten van onze toekomstige premier Wilders. Daar gaat van alles in liggen rotten. Of meurt die inhoud sowieso al?
Mijn beste vriend en ik wilden het er niet weer over hebben. Domweg omdat alles er al over gezegd en geschreven is. Hoewel we nog wel even smakelijk moesten lachen om het feit dat bij de BBB niemand schijnt te kunnen rekenen. Dat die boeren zich nog wel eens een kippetje of twintigduizend vergissen wist ik, maar 1 + 3 is ook al moeilijk.
Maar het hardst moesten we lachen om de foeterende Fleur Agema, die in de Kamer probeerde uit te leggen waarom de PVV voorlopig tegen het ‘eigen risico’ is. Dat was toch een van hun kroonjuwelen? In dat gênante schreeuwdebat bij SBS veegde Geertje toch de vloer aan met een stamelende Frans Timmermans? Volgens mij pakte hij op dat moment de definitieve voorsprong op de rest. En nu stond Fleur tragisch te hakkelen. Een politica in het nauw maakt rare sprongen. Misschien te lang tussen die meurende ijskasten gezeten.
Een stroomstoring. Wie wil dat nou? Ik vrees dat Yesilgöz ervan droomt. Zeker als er dit weekend over haar aanblijven gestemd moet worden. De laatste honderd leden van de VVD staan met een stemkastje in de hand, de voorzitter zegt: „U kunt nu drukken.” En dan: pats! Ik hoop het voor haar.