Waarom de kat zo populair is in Japanse romans

Reisverslag van een kat, Als katten van de wereld verdwijnen of Het verhaal van de kat die boeken wilde redden. Je hoeft niet eens heel goed te zoeken om in de Nederlandse boekhandel Japanse literatuur te vinden die over katten gaat. Soms verraadt een kat op de kaft de inhoud. En ook in de boeken van die beroemdste Japanse auteur, Haruki Murakami, speelt de kat dikwijls een rol. Is het toeval? Of zijn Japanners echt zo kattengek, net als het internet?

Ivo Smits, hoogleraar Letteren en Culturen van Japan in Leiden, is voorzichtig in zijn antwoord. „Je hebt nogal wat moderne literatuur waar katten een rol in spelen. Maar er zijn ook genoeg boeken die niks met katten te maken hebben.”

De kat (‘neko’ in het Japans) komt al tientallen jaren voor in Japanse boeken. Dat lijkt te zijn begonnen bij Ik ben een kat, dat in 1904 verscheen en ook in het Nederlands is vertaald. Daarin wordt de Japanse samenleving op satirische wijze beschouwd door een kat. Smits: „Daarna heb je steeds meer momenten gehad dat de kattenroman opleefde. En in de afgelopen 25 jaar is daarin weer een duidelijke toename te zien.”

Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit een analyse uit 2017 van de Engelstalige Japanse site Nippon.com. In een decennium tijd zijn 5.400 boeken gepubliceerd waarin katten een rol spelen. Dat was fors meer vergeleken met bijvoorbeeld boeken over andere populaire onderwerpen, zoals het boeddhisme (3.800 titels), softbal (3.400) en voetbal (2.100). Katten lijken volgens de auteur van het stuk daarnaast de plek van kinderen ingenomen te hebben. Terwijl het geboortecijfer daalde, steeg juist het aantal katten in Japan.

Kat is huisdier, hond buitendier

Dat juist de kat een belangrijke rol speelt in de Japanse literatuur en niet de hond, is logisch, zegt Smits. „Katten zijn al heel lang huisdieren in Japan en worden echt gezien als dieren voor in huis. Japanners hebben geen traditie zoals wij hier met honden. Dat zijn voor hen typisch dieren die buitenshuis blijven, al begint dat wel te veranderen.”

Maar de Japanse literatuur over katten gaat niet echt over katten, nuanceert Smits. „Hooguit indirect. Het lijkt me persoonlijk ook wel heel moeilijk om een roman te schrijven die alleen over een kat gaat. Uiteindelijk wil je toch iets lezen over onszelf.” En dat lijkt vaak het geval te zijn. De katten zijn een manier om iets te vertellen over de mens. Reisverslag van een katgaat bijvoorbeeld over iemand die ongeneeslijk ziek is, ook al wordt het vanuit het perspectief van een kat verteld. „Je volgt de kat die met het baasje meereist. Het is een klassieke techniek natuurlijk, dat je een verteller hebt die niet begrijpt wat de situatie precies is.”

Échte kattenliteratuur

Smits heeft nog wel een tip van wat volgens hem écht kattenliteratuur is. De kat van Takashi Hiraide, vertaald door Luk Van Haute. „Dat gaat over een schrijver die zich herinnert hoe een kat regelmatig bij hem langskomt. Het gaat over de ontwikkelende relatie tussen de schrijver en de kat. Katten hebben iets ongrijpbaars, dat doet hij heel mooi.”

Los van de katten: Japanse literatuur is nu populairder, ziet Smits. „En veel diverser. Maar dat gaat ook op en neer. In de jaren vijftig en zestig werd in het westen vrij veel Japanse literatuur vertaald. Dat zakte in, daarna had je alleen maar Haruki Murakami. Nu zitten we weer in een periode waarin veel verschillende boeken vertaald worden.”

ROMAN OVER DE BUURKAT Fragment uit ‘De kat’ van Takashi Hiraide

„Alles bij elkaar geteld liep Pukkie nu wel tien keer per dag in en uit. Ze deed daarbij een drietal dutjes, telkens twee, drie uur lang. Nadat ze bij haar baasje in het huis ernaast naar bed waren gegaan, stak ze stiekem de grens over en kwam ze naar ons huisje, waar het licht nog fonkelde. Vervolgens nam ze de houding aan die aangaf dat ze wilde spelen, waarna in de donkere tuin het spel met de bal een aanvang nam.”

Uit: De kat, Takashi Hiraide, Vertaald uit het Japans door Luk Van Haute; 159 pag, uitgeverij Meulenhoff, dertiende druk 2021