Column | ‘Maak jezelf breed in de Tweede Kamer, en spreek uit je hoofd’

Petra de Koning

Na het vertrek van Khadija Arib, in november vorig jaar, werd Julian Bushoff Tweede Kamerlid van de PvdA. Hij was 25 en studeerde nog: economie en internationale betrekkingen in Groningen. In zijn eerste week trapte hij op Twitter in een nepadvertentie van het Aidsfonds, dat aandacht wilde voor de zorg aan hiv-patiënten, en in die tijd was er zo goed als zeker niet één Kamerlid dat dacht: met hém moeten we rekening gaan houden. Maar als je nu rondvraagt: Julian Bushoff kan iets wat bijna niemand anders kan. En wat niemand durft als nieuwkomer, op een moment dat iedereen om je heen er langer zit dan jij: hij spreekt in alle debatten uit zijn hoofd.

In een café in Den Haag zegt Julian Bushoff dat hij dat al deed toen hij in 2018 raadslid en meteen ook fractievoorzitter was geworden in Groningen. En ook al op de middelbare school, een vrijeschool, toen hij zijn profielwerkstuk moest verdedigen: over de invloed van het bedrijfsleven op de politiek. Als je dat zonder papier deed, kreeg je een hoger cijfer. Alleen bij zijn maidenspeech, zijn eerste optreden in de grote debatzaal van de Tweede Kamer, had hij een tekst voor zich liggen. Hij ging vertellen over het gezin waarin hij was opgegroeid, met twee moeders. Daar had hij het bijna nooit over. „Ik dacht: misschien word ik ineens zenuwachtig.”

Marcus Bakker van de CPN sprak bijna altijd uit zijn hoofd. Net als D66’er Hans Gruijters, minister van Volkshuisvesting in het kabinet-Den Uyl. Maarten Schakel, in de jaren zestig en zeventig Tweede Kamerlid van de ARP, schreef in zijn boek De laatste der mannenbroeders dat veel collega’s hun „voordracht” net zo boeiend maakten als „de tabellen van de loonbelasting”. Dat had je volgens hem niet als je, zoals hijzelf, uit je hoofd sprak: saaie verhalen kun je moeilijk onthouden. In 1966 en in 1991 werd in de Tweede Kamer een verbod op voorlezen voorgesteld, een meerderheid stemde tegen.

Nu spreken behalve Julian Bushoff alleen Henk Nijboer, ook van de PvdA, en SP-leider Lilian Marijnissen uit hun hoofd. Van anderen hoor ik dat ze het lef van Julian Bushoff bewonderen, er klinkt ook afgunst. De meesten zijn bang dat zíj de draad zouden kwijtraken. Julian Bushoff zegt dat hij Kamerleden juist de draad ziet kwijtraken als ze opeens moeten opkijken van hun papier, omdat een collega wil interrumperen.

Een paar keer zegt hij dat Joop den Uyl zijn grote voorbeeld is, dat het hem erom gaat wat hij als sociaal-democraat kan bereiken. Maar dat je boodschap veel beter overkomt als je op de vorm let. Hij kijkt naar de anderen: hoe staan zij achter het katheder? „Het is goed om jezelf breder te maken, wijdbeens.” Zoals Jesse Klaver. Je ziet er ook breder uit als je het katheder aan de zijkanten vastpakt. Dat doet VVD-leider Mark Rutte. En, zegt hij, VVD-minister van Justitie Dilan Yesilgöz ook. „Vast geen toeval.”